Alireza Jahanbakhsh kreeg in de zomer de opdracht om Steven Berghuis te doen vergeten in Rotterdam. In die missie is hij vooralsnog niet geslaagd. De vleugelaanvaller kwakkelde met zijn vorm, werd wisselspeler en zag een concurrent komen in de vorm van Patrik Wålemark. De Iraniër is zelfkritisch en weet dat hij beter kan dan hij tot dusver heeft laten zien in De Kuip.

Dat vertelt Jahanbakhsh in gesprek met Hand in Hand, het supportersblad van Feyenoord. "Ik weet dat mensen meer rendement van de verwachten. Ik moet gewoon nog belangrijker worden voor Feyenoord. Natuurlijk zijn de supporters ook kritisch, dat ik meer moet scoren. Dat begrijp ik. Ik moet laten zien dat ik belangrijk ben voor dit team. Zo wil ik doorgaan en veel mooie momenten beleven samen", aldus de buitenspeler, die stelt dat de concurrentiestrijd moordend is in de havenstad.

"We hebben op iedere positie twee of meerdere goede spelers. Dat maakt iedereen beter. Ik heb een paar wedstrijden gemist en Jens heeft het heel goed gedaan", doelt hij op Toornstra, die een tijdje de voorkeur kreeg als hangende buitenspeler. "In de voorbereiding voor de tweede seizoenshelft heb ik keihard gewerkt om nog beter te worden."

De reden dat Jahanbakhsh voor Feyenoord koos in de zomer, was deels de aanwezigheid van Arne Slot. De twee werkten eerder al samen bij AZ, waar de oefenmeester destijds de rechterhand was van John van den Brom. "Hij is sowieso beter geworden. Als assistent had hij toch een andere rol. Hij is in ieder geval tactisch zeer sterk en is heel duidelijk en kritisch. Zijn gedachte over voetbal is hetzelfde, maar hij heeft nu nog meer ervaring, ook in de omgang met spelers. Ik vind Arne Slot de beste trainer die op dit moment in Nederland actief is", besluit de aanvaller.