Real Madrid is zondagavond ternauwernood ontsnapt aan het eerste puntenverlies van dit seizoen. Twee late doelpunten van Karim Benzema bezorgden de regerend landskampioen van Spanje op bezoek bij Espanyol de volle buit: 1-3.

Het zag er al vroeg rooskleurig uit voor Real Madrid, dat vorige week nog een overtuigende 1-4 overwinning boekte op Celta de Vigo. De ploeg van Carlo Ancelotti opende tegen Espanyol al na twaalf minuten de score via Vinícius Júnior. Het was alweer de tweede treffer van dit seizoen voor de Braziliaan, die in de eerste helft de meest bedrijvige aanvaller was bij Real Madrid. Zo was hij dichtbij zijn tweede, maar prikte hij de bal net over het doel.

In de slotfase van het eerste bedrijf besloot Espanyol om er een tandje bij te zetten. De thuisploeg creëerde een aantal goede mogelijkheden en kwam vlak voor rust zelfs op gelijke hoogte. Wie anders dan Joselu, die al zes keer eerder scoorde tegen de recordkampioen, schoot zijn ploeg langszij. Real Madrid moest aan de bak in de tweede helft, maar had het knap lastig. Een geweldige redding van Thibaut Courtois voorkwam dat Joselu de thuisploeg een voorsprong bezorgde.

Aan de andere kant dacht Real Madrid op 1-2 te komen nadat Benzema een schuiver van Toni Kroos doeltreffend toucheerde. De Fransman deed dat echter vanuit buitenspelpositie. Benzema, van de week nog uitgeroepen tot Men's Player of the Year, had twintig minuten later wél reden tot lachen. Op aangeven van Rodrygo tikte hij alsnog de verlossende 1-2 tegen de touwen. Daar bleef het niet bij, want Benzema schoot diep in de blessuretijd ook nog de 1-3 binnen uit een vrije trap. Kort daarvoor was de doelman van Espanyol met rood van het veld gestuurd. 

Real Madrid blijft dus foutloos in de competitie. De ploeg van Ancelotti gaat gedeeld aan kop. Real Betis is de andere ploeg die vooralsnog geen punt liet liggen. De voorsprong op FC Barcelona, dat eerder vanavond met 4-0 won van Real Valladolid, bedraagt twee punten.