Maandenlang hebben veel voetballers zich verheugd op de start van het wereldkampioenschap in Qatar, maar tot dusverre is niet iedere wedstrijd het waard geweest om voor thuis te blijven. In de eerste negen wedstrijden eindigden er drie in een 0-0 gelijkspel.

Dat is nu al even vaak gebeurd als tijdens het vorige WK in 2018 én het EK van vorig jaar zomer samen. In die 115 wedstrijden werd er eveneens drie keer 0-0 genoteerd. Tijdens het vorige WK in Rusland eindigde slechts één ontmoeting in een remise. Het grote verschil: nu zijn we pas op de helft van de eerste speelronde in de groepsfases van het toernooi.

Woensdagmiddag kwamen Marokko en Kroatië niet tot scoren. Dinsdag bleven Denemarken en Tunesië tegen elkaar steken op een doelpuntloze remise, terwijl de keepers van Mexico en Polen hun doel in een onderlinge confrontatie eveneens schoon hielden.

In de eerste negen wedstrijden werd er 22 keer gescoord. De meest doelpuntrijke wedstrijd tot dusverre is het duel tussen Engeland en Iran (6-2). Ook Frankrijk en Australië maakten er met een 4-1 zege voor de regerend kampioen een doelpuntenspektakel van.