Ajax en AZ hebben allebei slechte zaken gedaan in de strijd om de landstitel. Door het gelijkspel in de ArenA (2-2) zagen beide ploegen de achterstand op koploper PSV, dat zaterdag al won bij FC Groningen, met twee punten oplopen. Het gelijkspel was redelijk terecht. Op basis van de eerste helft had Ajax recht op een zege, maar na rust toonde AZ karakter. De Alkmaarders kwamen zelfs op voorsprong, maar Huntelaar redde een punt voor zijn ploeg.

Door de zwaar bevochten zege van PSV in Groningen (0-2) was het duel in de ArenA tussen Ajax en AZ van enorm belang. De Noord-Hollandse ploegen zijn de belangrijkste uitdagers van PSV, maar kijken al tegen een achterstand aan van acht (AZ) en negen (Ajax) punten. Voor beide teams gold zondag dan ook slechts één ding: de winst. De winnaar zou enigszins aanhaken bij PSV, bij een gelijkspel zouden de Eindhovenaren de grote winnaar van het weekend zijn. De verliezer van het duel tussen Ajax en AZ, zou haar titelaspiraties voorlopig even in de koelkast kunnen stoppen.

Dat Ajax na ruim een half uur op voorsprong kwam, was dan ook dik verdiend. Klaas Jan Huntelaar mocht een vrije trap van Tom de Mul zomaar aannemen, op de rand van het zesmetergebied. De spits kon de bal uit de draai inschieten, maar kreeg het stuk leer verkeerd op zijn been. De eveneens volledig vrij staande John Heitinga reageerde attent en pegelde de bal via de onderkant van de lat achter de kansloze AZ-doelman Ronald Waterreus.

Na dit doelpunt ontplofte de ArenA van woede. Heel Amsterdam legde de schuld van de gelijkmaker bij arbiter Braamhaar, die volgens hen af had moeten fluiten bij de tackle van Steinsson. Ajax leek de weg kwijt en AZ rook bloed. De Alkmaarders drukten door en luttele minuten na de gelijkmaker trof de ploeg opnieuw doel. Evenals bij de 1-1 was hierbij een belangrijke rol weggelegd voor Julian Jenner. Het schot van de rechtsbuiten werd slechts half gekeerd door Maarten Stekelenburg, waarna oud-Ajacied Mendes da Silva de rebound handig binnentikte.