Het zou zomaar kunnen dat de voetbalcarrière van Giovanni van Bronckhorst over twee dagen voorbij is. Nederland speelt dan in Durban tegen Slowakije en als die wedstrijd verloren gaat, is de linksback officieel profvoetballer-af. Zelf is de 102-voudig international daar nog niet mee bezig, maar hij denkt al wel na over zijn toekomst. "Ik zie in mezelf meer een assistent-trainer, dan een hoofdcoach."

Hij gaat zijn cursus oefenmeester I doen, stage lopen bij Feyenoord en Jong Oranje en zich verdiepen in het trainersvak. Dat weet de 35-jarige Van Bronckhorst al precies. Maar als het aan hem ligt, gaat hij daar pas na 11 juli, de dag van de WK-finale in Johannesburg, over nadenken. "Het zou inderdaad kunnen dat ik maandag mijn laatste wedstrijd speel. Maar daar ben ik echt niet mee bezig, zo voel ik dat zelf niet. Mijn focus ligt op de komende wedstrijd en op dit WK. Denken aan mijn afscheid heeft geen zin, dat komt pas als het eenmaal zo ver is", zegt hij tegen FCUpdate.nl.

Zijn gedroomde afscheid is natuurlijk op 11 juli, met de wereldbeker in zijn handen. Door de zeges op Denemarken, Japan en Kameroen en de gunstige loting voor de rest van het toernooi, behoort een finaleplaats zeker tot de mogelijkheden. Een afscheid in stijl lonkt, weet ook Van Bronckhorst. “Natuurlijk hebben wij ook gezien dat vrijwel alle toplanden aan de andere kant van het schema staan. We kunnen, van de favorieten, alleen Brazilië tegenkomen op weg naar de finale. Op papier ziet het er dus gunstig uit, het is nu aan ons om het waar te maken.”

interview

Hoe ver Oranje dit WK ook komt, zeker is dat voor Van Bronckhorst na dit WK alles anders zal zijn. Zijn voetbalschoenen gaan de kast in, het notitieblok komt tevoorschijn. Half juli begint hij met zijn trainerscursus, inclusief stageperiodes. “Ik moet uren maken”, glimlacht hij. “Ik denk dat ik twee à drie dagen per week bij het eerste elftal van Feyenoord zal zijn en daarnaast kan ik terecht bij Jong Oranje. Het lijkt me hartstikke leuk om me te verdiepen in het trainersvak. Ik zie in mezelf meer een assistent-trainer, dan een hoofdcoach. Zo'n rol zoals Frank de Boer en Phillip Cocu nu hebben bij Oranje, dat lijkt me wel wat. Je bent dan ondersteunend naar de hoofdcoach, maar tegelijk een klankbord voor de spelers. Dat ligt me wel, denk ik.”