In een wedstrijd met veel passie en strijd heeft Barcelona zondagavond beslag gelegd op de Spaanse beker. In de verlenging maakten Jordi Alba en Neymar de treffers tegen Sevilla: 2-0. In totaal werden drie rode kaarten uitgedeeld.

Van echt goed voetbal was geen sprake in Madrid, maar Barcelona en Sevilla gingen wel vol voor de overwinning. Na ruim een halfuur spelen werd dat voor Barça een stuk moeilijker. Javier Mascherano ontving een rode kaart nadat hij een doorgebroken speler naar de grond had getrokken. In de tweede helft zorgde Ever Banega met een bal op de paal voor het eerste gevaar van Sevilla. Op dat moment was Barcelona al een paar keer voor het doel van de tegenstander geweest.

Een andere tegenvaller voor de Catalanen was het wegvallen van Luis Suárez. Hij moest na ruim een uur spelen met een ogenschijnlijke zware hamstringblessure naar de zijkant. Eenmaal op de bank wist de Uruguayaan zijn tranen niet te bedwingen. De voormalig Ajax-speler wil namelijk naar de Copa America in de zomer. Wat uiteindelijk volgde was een slotfase met vijf gele kaarten en een rode prent voor Banega, die eveneens een doorgebroken speler naar het gras werkte.

Door het wegsturen van Banega begonnen beide teams met een man minder aan de verlenging. Daarin was Barcelona duidelijk de bovenliggende partij. Dat betaalde zich uit in een doelpunt van verdediger Jordi Alba. Vlak voor tijd moest Daniel Carriço met een rode kaart vanwege hevige kritiek op de arbitrage ook nog vertrekken. Het was Neymar die op aangeven van Lionel Messi de eindstand op 2-0 bepaalde.