Als elftallen uit Nederland en Duitsland tegenover elkaar staan, is het altijd beladen. Zo ook zondag, toen Oranje -17 het in Gemert opnam tegen de leeftijdsgenoten uit Duitsland. Beide landen speelden tegen elkaar als onderdeel van de kwalificatiereeks voor het EK in Luxemburg. Het duel eindigde in 1-1, maar toch verlieten de Duitsers met een grote grijns het veld.
Deze grijns heeft alles te maken met de uitgangspositie van de Duitsers in de groep. Eerder wonnen de Duitsers met 4-0 van Noord-Ierland, terwijl Nederland met slechts 1-0 van Finland won. Door het gelijkspel heeft Duitsland nu uitstekende papieren om het EK te bereiken. Oranje moet hopen op een uitglijder van Duitsland tegen Finland, of met een monsterscore winnen van de Noord-Ieren. "Maar het is niet reëel ervan uit te gaan dat wij veel zullen scoren in ons laatste duel", laat trainer Ruud Kaiser weten op de website van de KNVB.
Volgens Kaiser kan Oranje de handdoek al vrijwel werpen. Volgens hem was de Duitse gelijkmaker, vlak voor rust, cruciaal. "Als we met 1-0 de rust hadden gehaald, was dat best goed geweest. Want dan had Duitsland in de tweede helft moeten komen. Nu is de situatie helemaal anders. Het geloof is niet groot meer. Maar goed, we moeten zelf onze laatste wedstrijd winnen en dan maar hopen op een wondertje."
Ajacied Vurnon Anita is positiever dan zijn trainer. "Het kan altijd nog. We moeten gewoon winnen en dan zien we het wel. We moeten in ieder geval de beuk erin gooien tegen Noord-Ierland."