In de aanloop naar het duel met Roemenië liet bondscoach Marco van Basten zich ontvallen dat hij nog geen vaste centrumspits heeft, omdat niemand zich 'dusdanig gemanifesteerd' heeft om een vaste plek af te dwingen. Tegen de Roemenen werd echter weer eens duidelijk waarom het zo moeilijk is om spits van het Nederlands elftal te zijn. Klaas Jan Huntelaar kreeg in de Kuip amper bespeelbare ballen en stond er het hele duel een beetje verloren bij. FCUpdate.nl sprak met de Ajax-aanvaller over de eenzame strijd van een spits zonder bal.

Het is maar goed dat Nederland in september een oefenwedstrijdje gespeeld heeft tegen Ierland. En het is nog beter dat de Ieren toen zo vriendelijk waren om de poorten open te zetten, waardoor Oranje alle gelegenheid kreeg om een mooie pot voetbal op de mat te leggen. De ploeg van Marco van Basten speelde in Dublin zoals de bondscoach het voor ogen had en Klaas Jan Huntelaar was met twee goals het stralende middelpunt van een oranje feestje (0-4).

Tegen Roemenië ontbrak Van Persie, waardoor de aanvallende creativiteit nu van anderen moest komen. En aangezien niemand deze rol op zich nam, eindigde het duel in een bloedeloze 0-0. Zonder ook maar één kans gecreëerd te hebben, stapte Oranje na negentig saaie minuten het veld van de Rotterdamse Kuip af.

En dus had Huntelaar een frustrerende avond tegen de Roemenen. "Als spits ben je natuurlijk voor een deel afhankelijk van de ballen die je krijgt. Voetbal begint van achteruit", zegt hij veelzeggend. Oftewel: als er achterin of op het middenveld al balverlies geleden wordt, staat Huntelaar machteloos. En dat was tegen de Roemenen vaak het geval. Héél vaak.

"En bovendien: we staan nog steeds bovenaan in de groep, we hebben de situatie nog in eigen hand. Dat is misschien het enige positieve van de wedstrijd tegen Roemenië. Er is nog niets verloren. We moeten nu gewoon winnen van Slovenië. Of dat gaat gebeuren met mij in de spits? Wat mij betreft wel", besluit hij. 

Door: Roland Mather