Iedereen is het er over eens: zo goed als Oranje nu is, was de ploeg al jaren niet. Sterker nog: zo goed als Oranje aan dit toernooi begonnen is, begon het nog nooit. Nederland swingt, Nederland scoort en Nederland wint. Zeker nu Portugal uit het toernooi verdwenen is, wordt Oranje gezien als de grootste kanshebber op de titel. Maar het kan ook zaterdagavond afgelopen zijn...
Hoe goed Nederland de afgelopen weken ook speelde tegen Italië, Frankrijk en Roemenië: dat telt nu allemaal niet meer. Eigenlijk is Oranje nu even ver als tijdens de EK's van 2004, 2000 en 1996, toen ook de groepsfase overleefd werd. Toen gebeurde dat veel minder overtuigend, maar het resultaat is hetzelfde. Hóe je door de groep komt maakt namelijk niet uit, áls je er maar doorheen komt.
Dat was ook zo tijdens het afgelopen WK, in Duitsland. In de groepsfase waren Argentinië en Spanje misschien wel de beste teams van het toernooi, maar beide teams werden in respectivelijk de kwartfinale en de achtste finale naar huis gestuurd. Frankrijk, dat in de groepsfase nog belachelijk slecht voetbalde, groeide prompt steeds beter in het toernooi en haalde uiteindelijk de finale. En gisteren nog werd Portugal, dat na de groepsfase door iedereen gezien werd als topfavoriet voor de titel, naar huis gestuurd door een groep zichzelf overtreffende Duitsers.
Dat klinkt onwerkelijk, maar zo is het wel. De prachtgoals van Sneijder en Robben, de snelle counters, de reddingen van Van der Sar en het sterke werk van de verdediging: het kan over anderhalve dag allemaal vergeten zijn. Het zal toch niet...