Onder leiding van Theo Bos krabbelde Vitesse op vanuit de degradatiezone naar de middenmoot van de Eredivisie. Na de winterstop voetbalde het in acht duels maar liefst vijftien punten bij elkaar, waarmee degradatie definitief ontlopen lijkt te worden. Sterker nog, er wordt in Arnhem zelfs alweer gesproken over de play-offs.

Toen Bos in januari de overstap maakte van Den Bosch naar het Gelredome, stonden de Arnhemmers slechts vijftiende. "Ons doel was telkens een plekje hoger te komen", aldus Bos in De Gelderlander. "Realistisch gezien hebben we nog een punt of zes nodig om ons definitief veilig te spelen. Tegelijkertijd kijken we ook naar de negende plaats. We staan nu tiende, dus is ons doel de negende plaats. Zo zijn we begin dit jaar ook begonnen."

Het verschil met de beoogde negende plaats, die aan het einde van het seizoen mogelijk recht geeft op play-offs voor een Europees ticket, behelst met nog negen wedstrijden te gaan zes punten. Zondag treden de Vitessenaren aan tegen hekkensluiter FC Volendam. Bos beseft dat er drie punten gepakt moeten worden om de kansen op UEFA Cup-voetbal levend te houden.

"Volendam is goed bezig, vooral in thuiswedstrijden is het een gevaarlijke ploeg. Ze hebben er ook gewonnen van Ajax in de beker. We gaan er naar toe om te winnen. Als we negende willen worden, moeten we zelf blijven winnen en dan zijn we afhankelijk van de concurrenten. Zo simpel is het."