Als de medici van Ajax en Vitesse niet zo snel en adequaat gehandeld hadden, had Evander Sno nu niet meer geleefd. Dat zegt Albert van der Dussen, de coach van Jong Ajax. De oefenmeester zag maandagavond hoe Sno ineens in elkaar zakte. Er moest tot driemaal een defibrillator gebruikt worden om hem te redden.

"Ze zijn daar op het veld een kwartier bezig geweest", zegt Van der Dussen in AD Sportwereld. "Telkens zakte hij weg. Verschrikkelijk. Ze hebben hem tot drie keer toe teruggehaald met de defibrillator. We vreesden voor zijn leven. Hij heeft zoveel geluk gehad. Gelukkig waren onze dokter en fysiotherapeut er snel bij. Ze hebben een heldendaad verricht en zijn leven gered. Ik ben ervan overtuigd: als de dokter hier niet meteen was geweest, dan zou hij niet meer hebben geleefd."

Volgens Van der Dussen was de paniek op het veld groot. "Die gasten op het veld, zijn ploegmaats, hadden het niet meer, allemaal vrienden van elkaar. Ook ik was even helemaal van de kaart. Zo'n jonge gozer nog, in de bloei van zijn leven."

De coach was er bij toen Sno weer bij kennis kwam. "Hij keek verbaasd om zich heen, al die mensen. Hij had volgens mij niet in de gaten wat er allemaal aan de hand was. Iedereen was enorm opgelucht. Het ambulancepersoneel heeft het daarna overgenomen en hem naar het ziekenhuis gebracht", aldus de coach.

De 23-jarige Sno heeft de nacht doorgebracht in een ziekenhuis in Arnhem. De voormalig Oranje-international ademt weer zelfstandig en kan ook weer praten.