Ajax reist volgende week naar Old Trafford in de wetenschap dat alleen een wonder de ploeg nog naar de achtste finale van de UEFA Europa League kan helpen. In de Amsterdam ArenA verloor de kampioen van Nederland de heenwedstrijd tegen Manchester United met 0-2, waardoor het de Engelse topploeg over zeven dagen voor eigen publiek met ruime cijfers moet verslaan om alsnog door te bekeren.

“De Europa League”, liet Manchester United-manager Sir Alex Ferguson zich begin december ontvallen, “is onze straf omdat we uitgeschakeld zijn in de Champions League.” De Schot zei dat vlak nadat zijn elftal door FC Basel uit de Champions League geknikkerd was en haastte zich even later om deze laatdunkende tekst te nuanceren, maar het was duidelijk hoe hij er over dacht. De Europa League, daar haalde een Europese grootmacht als Manchester United zijn neus voor op.

Dat Manchester United de Europa League wil winnen, bleek donderdag in de Arena aanvankelijk nergens uit. De loomheid die in de eerste 45 minuten van het Engelse elftal afstraalde, was veelzeggend. Vrijwel ieder duel werd gewonnen door Ajax, simpelweg omdat de Amsterdammers beter hun best deden. Een voorsprong voor Ajax zou in die fase van de wedstrijd verdiend zijn geweest, maar David de Gea plukte een fraai schot van Siem de Jong uit de kruising.

Toen de Engelse kampioen na rust wél even zijn best ging doen, kwam al snel het enorme kwaliteitsverschil tussen beide clubs naar boven. ManU schroefde schijnbaar moeiteloos het tempo omhoog en Ajax liep prompt alleen nog maar achter de bal aan. De 0-1, na een kwartier in de tweede helft, kwam dan ook niet als een verrassing. Na een rappe aanval kwam de bal bij Ashley Young. De middenvelder, die voor rust hopeloos speelde, rondde simpel af.