Oranje heeft een klein wonder nodig om alsnog de kwartfinale van het Europees kampioenschap te halen. Tegen Duitsland leed de ploeg van coach Bert van Marwijk woensdag de tweede nederlaag op rij. De eerste, tegen Denemarken (0-1), kon nog worden afgedaan als pech, maar daarvan was nu geen enkele sprake. De Duitsers waren op alle fronten beter en wonnen, na een 0-2 ruststand, volledig terecht met 1-2.

Helemaal voorbij is het ondanks de twee nederlagen nog niet, want als Oranje zondag met twee doelpunten verschil van Portugal wint zou het alsnog de kwartfinale kunnen bereiken. Voorwaarde is dan echter wel dat Denemarken verliest van Duitsland, dat ondanks de zeges op Portugal en Oranje ook nog niet helemaal zeker is van een plek bij de laatste acht op dit EK. Duitsland heeft nog één puntje nodig.

Op dat moment had Van Marwijk al ingegrepen en Klaas-Jan Huntelaar en Rafael van der Vaart in de ploeg gebracht voor de zeer zwak spelenden Ibrahim Afellay en Mark van Bommel, maar die maatregel van de bondscoach kwam eigenlijk 45 minuten te laat. Het kwaad was al geschied en het geloof was verdwenen bij Oranje.

Dat geloof kwam even terug toen Van Persie twintig minuten voor tijd de 1-2 maakte. Hij sneed vanaf de zijkant naar binnen en klopte Neuer met een hard schot. Het zorgde voor een tijdelijke opleving bij Oranje, maar meer ook niet. Duitsland liet zich de Hollandse kaas niet van het brood eten en staat, met zes punten uit twee duels, nu met anderhalf been bij de laatste vier. Oranje daarentegen staat met anderhalf been thuis. Alleen een mirakel op de slotdag van deze groep, zondag, kan voorkomen dat dit EK de boeken in gaat als één van de slechtste toernooien ooit van Oranje.