De kans is klein, maar het kan nog. En dus heeft Oranje, ondanks de pijnlijke nederlagen tegen Denemarken (0-1) en Duitsland (1-2), nog iets om voor te spelen op dit Europees kampioenschap. Met twee goals verschil winnen van Portugal, dat is de enige opdracht die de geknakte selectie van coach Bert van Marwijk nu heeft.
Duitsland voert Groep B aan met zes punten uit twee wedstrijden, Denemarken en Portugal volgen met drie punten. Oranje staat nog op nul, maar komt bij winst op Portugal eveneens op drie. Als Denemarken verliest van Duitsland komen dus drie teams op drie punten te staan en in dat geval is het doelsaldo in de onderlinge wedstrijden doorslaggevend. En aangezien de duels Portugal-Denemarken (3-2) en Denemarken-Nederland (1-0) met minimaal verschil beslist werd, heeft Oranje dan aan een zege met twee doelpunten verschil tegen Portugal genoeg om door te gaan.
Aanvoerder Mark van Bommel sluit zich daar bij aan. “Nul punten na twee wedstrijden, we hadden ons dit toernooi iets anders voorgesteld”, trapt hij een open deur in. “Dit is niet goed, maar we moeten hoop houden. Het zou gek zijn, met drie punten en twee nederlagen toch naar de volgende ronde. Maar het kan.”
Om door te gaan op dit EK moet Oranje niet alleen zelf ruim van Portugal winnen, maar ook hopen op een zege van Duitsland tegen Denemarken. Een voordeel daarbij is dat Duitsland nog een puntje nodig heeft om een plek bij de laatste acht veilig te stellen. Bij een nederlaag tegen de Denen kan Duitsland, ondanks de knappe zeges op Portugal en Nederland, zelfs nog uitgeschakeld worden. “Ze zullen die wedstrijd echt niet laten lopen”, denkt Van Bommel. “Of ik de komende dagen nog contact daarover zal opnemen met oud-teamgenoten van Bayern? Dat heb ik net al gedaan."
“Misschien is het voor ons goed dat het een kwestie van alles of niets is. We hoeven nergens anders aan te denken, behalve aan voetballen en doelpunten maken. Met welke opstelling dat moet gebeuren? Dat zal een hele puzzel worden, maar het is niet aan mij om die puzzel op te lossen. Dat is iets voor de trainer”, zegt Wesley Sneijder.