Mark van Bommel probeerde woensdag in Kharkiv de moed er in te houden. Na het pijnlijke verlies tegen Duitsland keek de aanvoerder al vooruit naar zondag, als de laatste groepswedstrijd tegen Portugal op het programma staat. Als Oranje dan met twee goals verschil wint, kan het alsnog de kwartfinale van dit EK bereiken.
“Ik kan hier heel lang gaan analyseren, maar we hebben twee keer verloren. Dat komt heel hard aan, daarover hoeven we niet te discussiëren”, begon de middenvelder tegenover FCUpdate.nl. “Maar er is nog hoop en die hoop moeten we houden. Als we met twee doelpunten verschil winnen van Portugal, kunnen we door zijn. Het zou gek zijn, met drie punten en twee nederlagen naar de volgende ronde. Maar het kan.”
“Het domste dat we nu kunnen doen, is er tegen Portugal met de pet naar gooien”, vervolgt hij. “Dat zou heel slecht zijn. Ik weet dat we ook nog afhankelijk zijn van het resultaat bij Duitsland-Denemarken, maar ik ga er vanuit dat de Duitsers daar hun sportieve plicht doen. Zij hebben tenslotte ook nog een punt nodig", weet hij.
De grote vraag is wel of Van Bommel een rol kan spelen tegen Portugal. Tegen Duitsland speelde de aanvoerder een zwakke wedstrijd en werd hij al na 45 minuten gewisseld. “Of die wissel lastig was? Nee, het is een keuze van de trainer. Dat moet je accepteren en snel de knop omzetten, want het gaat om het team. En ik wilde na rust de jongens steunen, we moesten namelijk vechten voor een goed resultaat.”
Zonder Van Bommel speelde Oranje na rust bij vlagen beter dan voor rust. Met de suggestie dat Oranje tegen Portugal maar op die voet door moet gaan, kan de middenvelder weinig. “Dat zal de trainer moeten beslissen”, hield hij zich op de vlakte. Dat hij zelf schuld had aan beide goals van Duitsland, waarbij Bastian Schweinsteiger alle ruimte had om Mario Gomez aan te spelen, ontkent hij. “We speelden niet man op man, we moesten Schweinsteiger in de zone opvangen.”