La Liga is nog maar vier wedstrijden onderweg, maar titelverdediger Real Madrid staat al acht punten achter op koploper FC Barcelona. De Koninklijke ging zaterdag met 1-0 onderuit bij Sevilla FC, terwijl de Catalanen eerder op de dag met 4-1 zegevierden bij Getafe CF.
Het enige doelpunt viel al na zeventig seconden. Piotr Trochowski joeg vanaf de penaltystip volledig ongedekt een corner in het dak van het doel. Twee minuten later had Real de volgende tik moeten krijgen, maar de arbitrage spaarde Gonzalo Higuaín. De Argentijnse spits trapte na jegens Fernando Navarro, maar hij kwam weg met een gele kaart.
Na een half uur had ook zijn ploeggenoot Ángel Di Maria rood moeten hebben, voor het maken van een slaande beweging, maar ook hij ontsnapte met geel. Ondanks de ‘hulp’ kon Real het niet bolwerken. Het creëerde wel kansen, maar de echte overtuiging leek te ontbreken. Ook bij de ‘verdrietige’ Cristiano Ronaldo, die geen beste pot op de mat legde. De beste kansen waren voor Luka Modric (paal) en Sergio Ramos (lat), maar het aluminium werkte niet mee.
Sevilla hield daardoor stand. De Andalusiërs, bij wie Hedwiges Maduro de hele wedstrijd speelde, staan nu derde in La Liga met acht punten. Koploper Barcelona heeft er twaalf, Malaga CF bezet de tweede positie met tien punten. Real Madrid staat anoniem in de middenmoot, met slechts vier punten uit vier wedstrijden.