FC Barcelona zal dit weekend nog niet de titel in de Spaanse competitie heroveren. De Catalanen moesten daarvoor zaterdag winnen bij Athletic de Bilbao, waarna Real Madrid de derby bij Atletico Madrid moest verliezen, maar het eerste deel ging al verkeerd. FC Barcelona kwam in Baskenland niet verder dan 2-2.

FC Barcelona werd dinsdag in de Champions League vernederd door Bayern München (4-0), maar toch is er in Catalonië nog een sprankje hoop dat dit komende woensdag rechtgezet kan worden in de return. Daarom begon de niet topfitte Lionel Messi op de bank in Baskenland, op bezoek bij Athletic de Bilbao.

De Argentijnse ster zag zijn ploeg alles behalve geconcentreerd spelen. Bij de rust stond Barça dan ook met 1-0 achter, door een tegengoal van Markel Susaeta. Die schoot van dichtbij onberispelijk binnen na een voorzet van Aritz Aduriz. Diezelfde Aduriz had later voor de 2-0 moeten tekenen, maar op aangeven van Oscar De Marcos kopte hij in geheel vrijstaande positie net over.

Tien minuten na de doelwissel werd het opnieuw bijna 2-0. Susaeta ramde een vrije trap op de kruising. Daarna vond Barça-coach Tito Vilanova het welletjes en liet hij Messi invallen. De Argentijn zorgde in de 68ste minuut op sublieme wijze voor de gelijkmaker. Hij legde vier Bilbao-verdedigers in de luren en schoot vervolgens raak, zijn 44ste competitiedoelpunt van het seizoen. Even later kopte Messi de bal op de borst van Alexis Sanchez. De Chileen had in de eerste helft, bij een 0-0 stand, de paal geraakt. Deze keerde rondde hij wel succesvol af (1-2).

FC Barcelona leek te gaan winnen, waardoor de titelrace later op de avond beslist kon worden. In de laatste minuut van de reguliere speeltijd stak Ander Herrera daar echter een stokje voor. De 23-jarige middenvelder kreeg het speeltuig toevallig voor de voeten, maar bedacht zich geen moment en haalde doeltreffend uit (2-2).