AC Milan en Napoli staan volgende week tegenover elkaar in het San Siro stadion in Milaan. Napoli beleefde een goede voorbereiding op dat duel, door Atalante Bergamo zonder punten naar huis te sturen (2-0). Milan deed het wat minder bij Torino. Nadat het de eerste competitieronde al verloor bij Hellas Verona (2-1), was er weer sprake van puntverlies tegen een 'kleine' tegenstander. Dit gebeurde in de uitwedstrijd tegen Torino: 2-2.

Napoli wist de eerste twee wedstrijden van het seizoen al te winnen, met een Marek Hamsik in topvorm. De ploeg uit Napels wist in het eigen San Paolo een reeks van drie overwinningen te realiseren, door Atalanta met 2-0 te verslaan. Gonzalo Higuain, die de afgelopen zomer voor veel geld overkwam van Real Madrid, speelde met de openingtreffer in de 71ste minuut een prominente rol. Bij Atalanta werd Luca Cigarini een kwartier voor tijd uit het veld gestuurd, nadat hij zijn tweede gele kaart kreeg van de scheidsrechter. José María Callejón zorgde voor het slotakkoord, waardoor het 2-0 werd voor de Napolitanen.

Milan wist vorige week in eigen huis te winnen van Cagliari, maar kwam zaterdagavond dus niet verder dan een gelijkspel bij Torino. Dit gelijke spel kwam in de laatste minuut van de blessuretijd tot stand, nadat Mario Balotelli een strafschop wist te benutten. Dit was voor Super Mario de 21ste benutte strafschop uit zijn professionele loopbaan (hij mistte nog nooit).

Torino kwam op een 2-0 voorsprong door doelpunten van Danilo D'Ambrosio en Alessio Cerci. Een rommeldoelpunt van Sulley Muntari zorgde voor de aansluiting en Balotelli schoot Milan vanaf elf meter naar een 2-2 eindstand, nadat Andrea Poli onderuit gehaald werd in het strafschopgebied. In de slotfase van de wedstrijd ontstond er veel commotie en de scheidsrechter speelde hier, vriendelijk gezegd, geen sterke rol in.