FC Twente had zaterdag de kans om afstand te nemen van Ajax. Door een doelpunt van Luc Castaignos stonden de Tukkers lang met 1-0 voor. Het kreeg ook kansen op een waarschijnlijk beslissende tweede treffer, maar in de slotfase kon Kolbeinn Sigthórsson na een fout in de Enschedese defensie de 1-1 maken.
Zonde, vindt Castaignos. “Na rust was Ajax sterker, maar wij kregen een aantal kansen via de counter. Helaas was de laatste pass telkens niet goed.” De spits, die tegen Ajax zijn vijfde competitietreffer van het seizoen maakte, baalt daar flink van. “Dat zijn beslissende dingen in wedstrijden zoals deze. Als je de 2-0 maakt, is het afgelopen. Dan moet Ajax er twee maken en krijg je dus nog meer ruimte.”
Zelf tekende de aanvaller halverwege de eerste helft voor het, achteraf gezien, enige Twente-doelpunt. Hij tikte een lage voorzet van Quincy Promes van dichtbij binnen en was tegenstander Stefano Denswil, die in aanloop naar de wedstrijd in de media geroepen had dat Castaignos zeker niet zou scoren, daarmee te snel af. “Ach, dat was een geintje van Denswil”, zegt hij tegen FCUpdate.nl over de stoere taal van de Ajacied. “Dat kan ik wel begrijpen. Ik ken hem al heel lang, ook van Jong Oranje nu. Natuurlijk was het voor mij lekker om te scoren, maar ik had liever gewonnen.”
Door de late treffer van Sigthórsson ging dat feest voor FC Twente niet door. “Of ik kan leven met het gelijkspel? Dat moet wel”, bromt Castaignos. “Het is zonde dat we het niet rustig hebben uitgevoetbald. Uiteindelijk voelt dit wel als een gemiste kans.”