Blind bouwt zonder voorkeur aan team: "Ben niet achterlijk"

Danny Blind heeft het in zijn periode als bondscoach van het Nederlands elftal al flink moeten ontgelden. De prestaties van Oranje waren niet alleen ronduit teleurstellend, het selectiebeleid van de Zeeuw wordt ook nog eens veelvuldig bekritiseerd. Onder meer PSV'er Joshua Brenet en columnist Willem van Hanegem zeiden openlijk dat Blind een voorkeur heeft voor spelers van Ajax. Dat steekt de bondscoach.

"Iedereen mag mijn keuzes betwisten. Doe ik niet moeilijk over. Maar ga niet mijn intenties in twijfel trekken. Bewust jongens van Ajax kiezen omdat ik een clubvoorkeur zou hebben, ik ben toch achterlijk als ik werkelijk zo selecteer?", reageert Blind in het Algemeen Dagblad op de kritieken aan zijn adres. Blind selecteert naar eigen zeggen dus louter op basis van kwaliteit en mentaliteit. "Ik vind dat de norm moet zijn: onderdeel kunnen zijn van een team dat een rol kan spelen op een eindtoernooi." Zekerheden voor de komende jaren zijn er niet veel, beseft Blind. "Het hangt ook nog af van blessures", stelt Blind, die in het AD-interview zeer positief is over spelers Stefan de Vrij en Quincy Promes.

Volgens de bondscoach komen meerdere spelers van PSV eraan. "Je schiet omhoog door in die Champions League-wedstrijden iets te laten zien. Niet door ze alleen maar te spelen. Ik vond dat Jeffrey Bruma een goede indruk maakte tegen CSKA Moskou. Heel volwassen. Bruma krijgt steeds meer bagage. Zoals ik Davy Pröpper in Manchester ook goed vond spelen. Tegen Moskou vond ik hem iets minder, maar toen was-ie bepalend voor het resultaat. En dat is ook een criterium. Pröpper is een andere speler dan Davy Klaassen en Georginio Wijnaldum. Hij is een geweldige passer, maar nu bij PSV moet hij ook in de zestien meter komen en afronden en daar is-ie heel bewust mee bezig. Bij hem en ook bij Jorrit Hendrix kijk je ook of ze een vervolg geven aan een topprestatie. Hendrix vond ik in Manchester goed. Zoals hij eerder in het seizoen goed was in de topper tegen Ajax, maar in de weken na Ajax bracht hij het niet."

Spelers als Bruma, Pröpper en Promes zijn voorbeelden van spelers die zich pas later écht ontwikkelen, vindt Blind. "Ja, maar dat zeg ik altijd: de grootste groei maken spelers vanaf hun 24ste, 25ste. Dat is allang bewezen. Je gaat een groter gebied van het veld overzien, je gaat anderen terechtwijzen of helpen. Steven Berghuis, die namen we erbij eind vorig seizoen in de trainingsstage voor Letland-uit. Goed schot, goede spelhervatting, goede dribbel. Net als Promes zou Berghuis in de 'Robben-rol' kunnen groeien. Maar ja, dan moet hij wel meedoen bij zijn club. En zo hoop ik ook dat Vilhena minuten gaat maken. Interessante speler. Sterk ventje. Ook hier (wijst naar zijn hoofd). Die wil graag, dat hoor ik ook van Fred Grim bij Jong Oranje. Vilhena loopt door als hij pijntjes heeft. Die mekkert niet. Toen Pellè bij Feyenoord in de spits stond, viel me op hoe goed Vilhena steeds bij hem aansloot als nummer 10. Die kwaliteit zoek je, want Wesley Sneijder heeft in Oranje niet het eeuwige leven."

Blind vindt het lastig om een doelstelling te formuleren voor de komende periode. "Plaatsing voor het volgende WK, dat moet nog steeds lukken met de spelers die we hebben. Ik wil het niet per se koppelen aan een klassering. Als je er in de kwartfinales uitvliegt door een dubieuze penalty, kun je toch goed hebben gepresteerd", vindt de bondscoach.