FC Barcelona heeft dinsdagavond ternauwernood een overwinning geboekt in de eerste wedstrijd van de kwartfinales in de Champions League. De titelhouder kwam tegen Atlético Madrid op achterstand, maar Luis Suárez maakte in de tweede helft met twee treffers het verschil (2-1). Fernando Torres opende daarvoor de score, maar pakte kort daarop ook een rode kaart.

Dat het ongeacht de vorm een kraker zou worden, stond overigens wel vast. In competitieverband won FC Barcelona dit seizoen beide ontmoetingen met Atlético Madrid, maar telkens werd het nipt 2-1. Dat de verschillen tussen deze Spaanse giganten klein zijn, bleek vanavond opnieuw.

Met een vroege tegentreffer op zak moest FC Barcelona de zure nasmaak uit El Clásico zien weg te spoelen. De ploeg van trainer Luis Enrique werd tien minuten later echter geholpen door dezelfde Torres. De aanvaller is met zijn 32 jaar een routinier, maar ging kinderlijk eenvoudig de fout in. Hij pakte in korte tijd met knullige en vooral onnodige overtredingen twee gele kaarten en moest al na 35 minuten inrukken. De spits speelde een uitstekende wedstrijd, maar hielp alle complimenten in één klap om zeep.

Luis Suárez, die eerder opviel met een natrappende beweging, kroonde zich in een belangrijke fase tot man van de wedstrijd. De Uruguayaanse spits tikte in de 63ste minuut de gelijkmaker binnen in een leeg doel (1-1). Een kwartier voor het laatste fluitsignaal kopte hij Barça op overtuigende wijze ook nog op voorsprong (2-1). Verder kwam FC Barcelona ondanks een groot overwicht op het veld niet, waardoor Atlético nog wel altijd in leven is.