De samenwerking tussen FC Twente en investeringsfonds Doyen bleek nog diepgaander te zijn dan aanvankelijk werd gedacht. Zo moesten de Tukkers een half miljoen euro betalen om tegen hoge rente vijf miljoen euro te mogen lenen.

Dat is zaterdag naar voren gekomen door een verhaal van het NRC Handelsblad, dat beschikt over belangrijke documenten. Volgens Aldo van der Laan, destijds bestuurder van Twente, kon de club niets anders dan ingaan op het aanbod. FC Twente stond volgens hem met de rug tegen de muur. Via een tussenpersoon kwam het geld in belastingparadijs Belize terecht.

Een Nederlandse tussenpersoon zou een rol hebben gespeeld in het betalen van de vijf ton aan Doyen. Hij instrueerde om het geld in twee termijnen over te maken naar een Schotse brievenbusfirma met onbekende aandeelhouders in Belize. Uiteindelijk zorgde de samenwerking met Doyen bijna voor het einde van de club. Het geld was destijds nodig om een faillisement te voorkomen.

Doyen had met de lening een percentage van de transfersom afgedwongen bij zes spelers. Een constructie die niet is toegestaan volgens de KNVB en waardoor de licentie van Twente voorwaardelijk werd ingetrokken.