Willem van Hanegem vindt het handelen van Kenneth Taylor voorafgaand aan de 3-3 bij FC Utrecht – Ajax onbegrijpelijk. Assistgever Ryan Flamingo ontsnapte aan de aandacht van Taylor en kon daarna de voorzet geven waaruit Jens Toornstra voor de gelijkmaker zorgde. Uiteindelijk won Utrecht de wedstrijd met 4-3.

Volgens Van Hanegem was de 3-3 een cruciaal moment: als die niet was gevallen, had Ajax wellicht hét moment beleefd waar de club zo naar snakt. “Denk hier nog even goed over na: Ajax zit op de bodem, een groot deel van Nederland verkneukelt zich al maanden om de bedroevende uitslagen. Dan kom je ook nog 2-0 achter in de Galgenwaard tegen een eveneens kwakkelend FC Utrecht en sta je als topclub echt op omvallen”, stelt Van Hanegem in zijn column voor het Algemeen Dagblad.

“Maar je recht de rug en dankzij het vernuft van die jonge, talentvolle IJslander Kristian Hlynsson is het opeens weer 1-2 en 2-2 en later zelfs 2-3 uit een penalty. Dat is toch hét moment waar Ajax zo naar snakte? Waar ze iedereen weer het zwijgen kunnen gaan opleggen?”, vraagt Van Hanegem zich af. ““Dáár had Taylor moeten bedenken, ik neem onze ploeg nu op sleeptouw, ik ga gas geven tot de laatste snik. Als je dan zo makkelijk iemand uit je rug laat weglopen, dan is dat veelzeggend.”

Van Hanegem vindt het ‘gewoon niet kunnen’ dat een speler van Ajax op dit moment nog zo’n ‘vrijblijvendheid’ toont. “Dan besef je niet hoe de situatie is.” Hij vindt Taylor niet de enige schuldige aan het puntenverlies. “Hoe Josip Sutalo die bal inleverde voor de 4-3, dat is ook geen niveau. Maar dat gebeurt bij spelers en elftallen die er niet lekker in zitten. Maar gewoon niet meelopen met een tegenstander, dat is echt van een andere orde.”