De play-offs in het Nederlandse profvoetbal zijn losgebarsten en daarbij rijst elk jaar weer dezelfde vraag: is er eigenlijk een VAR aanwezig tijdens deze wedstrijden? Het antwoord is: ja, ook in de play-offs is de videoscheidsrechter van de partij. Toch geldt er wel een belangrijke kanttekening.
Zowel bij de play-offs om Europees voetbal als bij die om promotie en degradatie wordt er gebruikgemaakt van de VAR. Dat betekent dat scheidsrechters bij duidelijke fouten of gemiste incidenten alsnog kunnen worden geholpen door het team in Zeist. Denk aan situaties rond doelpunten, rode kaarten, penalty’s of persoonsverwisselingen.
Toch is het systeem niet overal even geavanceerd. Bij de play-offs om promotie en degradatie tussen de Eredivisie en Keuken Kampioen Divisie geldt namelijk een beperking: de VAR kan geen buitenspellijnen trekken. Die technologie is simpelweg niet in alle stadions aanwezig. Daardoor is de VAR bij buitenspelsituaties afhankelijk van de beschikbare televisiebeelden. En dat maakt het beoordelen van twijfelgevallen soms lastiger dan in de reguliere Eredivisieduels.
Bij de play-offs om Europees voetbal – waar enkel Eredivisieclubs aan deelnemen – is de situatie beter. De wedstrijden worden afgewerkt in stadions waar wel standaard VAR-technologie aanwezig is, inclusief het trekken van buitenspellijnen. Daarmee verloopt de ondersteuning van de scheidsrechter in die wedstrijden vrijwel zoals tijdens het reguliere seizoen.
Voor clubs en fans betekent dit dat de VAR er wél is, maar dat er – zeker bij promotie/degradatie – meer afhankelijkheid is van camerastandpunten en de menselijke inschatting van het team in Zeist. Cruciale buitenspelsituaties kunnen dus lastiger te beoordelen zijn dan in het topvoetbal gewend is.