Nooit eerder had de top drie van de Eredivisie gezamenlijk zó veel tegendoelpunten na zestien speelrondes als in dit seizoen. PSV, Ajax en Feyenoord kregen ieder twintig treffers om de oren, ofwel zestig in totaal. Khalid Boulahrouz en Robert Maaskant laten bij de NOS hun licht schijnen op de opmerkelijke statistiek.
Met twintig tegengoals uit zestien wedstrijden incasseert de top drie gemiddeld 1,25 doelpunt per wedstrijd. Met name voor een lijstaanvoerder is dat aan de hoge kant. Onder Peter Bosz neemt PSV defensieve risico’s, terwijl Ajax achterin minder solide is dan in het tijdperk-Francesco Farioli. Feyenoord blijkt dit seizoen eveneens erg kwetsbaar.
"Bij grote clubs is het streven minder dan een doelpunt per wedstrijd tegen te krijgen, dan kun je meedoen om de titel”, weet oud-verdediger Boulahrouz. “De verdediging is de basis, en dat hebben deze clubs niet altijd op orde.” Voormalig Eredivisie-trainer Maaskant vult aan: "De kampioen heeft vaak het minste tegengoals. Dat het er al twintig zijn bij alle drie, is opvallend veel."
Vorig seizoen was Ajax de enige ploeg die over een heel seizoen bezien minder dan 1 doelpunt per wedstrijd incasseerde: 32 in 34 duels. Maaskant zegt dat een tegenstander tegen Ajax 'altijd kansen' zal krijgen. "Dat is altijd zo geweest.” Hoe komt het dat het dit seizoen vaker leidt tot tegengoals, ook in Europa en tegen de amateurs van Excelsior Maassluis in de beker? Maaskant ziet een ‘disbalans’ bij de club. “Het aankoopbeleid en trainers die iets vragen van het team waar de spelers niet toe in staat zijn.”
Van de treffers die Ajax incasseerde in de Eredivisie, kwamen er vijf voort uit een vrije trap of hoekschop. "Daar kan een nieuwe trainer echt het verschil maken. Fred Grim kan het in zulke situaties terugbrengen naar de basis, helemaal omgooien. Dat doet een nieuwe trainer makkelijker dan degene die er al bezig was", adviseert Boulahrouz.