Dumfries over racisme: "Ik wil zo'n gesprek dan aangaan"

Denzel Dumfries ontwikkelde zich de afgelopen jaren tot aanvoerder van PSV en Oranje-international. Dat hij het zo ver zou schoppen, was lang niet altijd vanzelfsprekend. Dumfries zelf kreeg door de jaren heen veel kritiek te verduren, maar weet inmiddels beter hoe hij daarmee om moet gaan.

"Doof zijn, stoïcijns, zelf bepaalde dingen niet opzoeken", legde Dumfries tegenover De Telegraaf uit wat hij denkt te moeten doen. "Alleen de mening van de trainer en mezelf telt. Als je stappen maakt, komen daar altijd vraagtekens bij: PSV, kan hij dat wel aan? Ik zou alleen een 'dienende speler' blijven bij PSV. Ik ken de verhalen wel, maar als ik daar allemaal naar ga luisteren, zou ik niet meer kunnen voetballen."

"Bij jezelf blijven, de dingen doen de je altijd hebt gedaan en die je goed maken", vervolgde hij. "Daar geloof ik heilig in en dat zal ik altijd blijven doen. Een oordeel is er altijd. Zien de mensen mij op straat, dan zien ze niet Denzel als persoon, maar als profvoetballer. Hoe hoger je komt, hoe meer het wordt. Ik zie dat vooral als een privilege."

Dumfries heeft het goed naar zijn zin bij PSV, maar hoopt ooit de stap hogerop te maken. "Ik ben hartstikke terug om bij PSV te spelen, ik voel me elke dag dat ik door het hek op De Herdgang loop bevoorrecht. Maar ik heb ook doelstellingen. Niet dat ik daar elke dag mee bezig ben, dat ben ik wel met de hoogste doelen bij PSV en mezelf ontwikkelen in teamverband. Een stap kunnen maken naar het buitenland zou een beloning zijn. Zoals het aanvoerderschap bij PSV een beloning is voor mijn tijd hiervoor." De vraag waar zijn top ligt, kon Dumfries niet beantwoorden. "Geen idee, je moet jezelf geen plafond geven."

Racisme

Ook buiten het voetbal toont Dumfries zich een ware aanvoerder. Zo zet hij zich fanatiek in in de strijd tegen racisme, onder meer door in mei aanwezig te zijn bij de Black Lives Matter-demonstratie in Rotterdam. "Ik krijg soms berichten, waarvan bepaalde mensen geen besef hebben hoe heftig dat kan zijn", legde Dumfries uit. "Laatst kwam ik nog een foto tegen waarop de hoofden van Donyell Malen, Cody Gakpo, Pablo Rosario en mij op slaven waren gephotoshopt. Dat komt dan in je inbox."

"Ik hou er niet van om in de slachtofferrol te kruipen, maar zulke incidenten komen wel aan", vervolgde de rechtsback. "Ik wil dan horen wat iemand drijft, om te denken dat dit grappig is. Daar ben ik heel open in. Ik wil zo'n gesprek dan aangaan. Dat is de enige manier om elkaar te leren begrijpen." De voetbalkleedkamer ziet hij daarin als voorbeeld voor de maatschappij. "In een voetbalteam horen geintjes over en weer erbij, maar gebeurt het altijd binnen kaders en met respect. Het is bindend, we tonen ook interesse in elkaar, ongeacht afkomst of religie. Dat maakt een team ook en dat zou voor de hele maatschappij moeten gelden."