Het Nederlands elftal is ondanks een slecht Europees kampioenschap deze zomer twee plekken gestegen op de FIFA-wereldranglijst. Bij de vorige ranking stond de ploeg van inmiddels Louis van Gaal nog op de zestiende plaats, maar mede door drie zeges op het eindtoernooi deze zomer steeg Oranje naar de twaalfde plaats.

Desondanks kende Oranje een slecht EK, omdat in de achtste finales Tsjechië te sterk was (0-2) na een ongelukkige rode kaart voor Matthijs de Ligt. Bondscoach Frank de Boer trok daarop zijn conclusies en vertrok en werd opgevolgd door Van Gaal, die met zijn elftal dus als nummer twaalf van de wereldranglijst begint aan zijn missie om het WK in Qatar te halen.

België is ondanks een eveneens teleurstellend EK nog altijd de koploper van de ranglijst, boven Brazilië (finale Copa América verloren) en Frankrijk (achtste finale uitgeschakeld door Zwitserland). Voor de eindtoernooien waren die ploegen nog de nummers drie en twee. Qatar (+16 plaatsen) is de grootste stijger, Thailand (-14 plaatsen) is de grootste daler in de nieuwe lijst.

Argentinië en Italië (de grootste stijger qua aantal punten) – de twee winnaars van de belangrijkste zomertoernooien – zijn momenteel de nummer vijf en zes van de ranglijst. Tijdens de vorige meting in mei waren zij nog de nummers zeven en acht van de FIFA-ranking. Amerika en Mexico, de finalisten van de Gold Cup, zijn de enige twee nieuwe gezichten in de top-tien: zij verdreven Denemarken (11e) en Uruguay (13e).

Totale stand FIFA-ranking:

1. België

2. Brazilië

3. Frankrijk

4. Engelan

5. Italië

6. Argentinië

7. Spanje

8. Portugal

9. Mexico

10. Amerika

11. Denemarken

12. Nederland