Waar de meeste clubs de ene na de andere versterking halen, is het bij promovendus FC Volendam verdacht stil. Technisch directeur Jasper van Leeuwen slaagde er tot dusver in om Internazionale-spelers Gaetano Oristanio en Filip Stankovic nog een jaar te huren. Daarnaast maakte Benaissa Benamar definitief de overstap van FC Utrecht naar het vissersdorp.

"We hebben onze begroting pas sinds een dag of tien helemaal rond en ja, ons spelersbudget is erg beperkt. Dat maakt het ingewikkeld", vertelt Van Leeuwen in gesprek met De Telegraaf. Het betekent dat hij niet over één nacht ijs gaat bij het binnenhalen van nieuwkomers. "Wat we halen, moet gewoon raak zijn. Daarom richten we ons eerst op onze topprioriteiten. We willen niet meemaken dat we iemand aantrekken voor een positie die géén topprioriteit is en dat we daarna geen geld meer hebben voor de speler die we écht nodig hebben."

Een controlerende middenvelder, een centrumverdediger en een extra aanvaller zijn topprioriteiten bij de club. Als er daarna nog geld over is, wordt er gekeken naar eventuele buitenkansjes om andere posities te versterken. Voor het middenveld is Carel Eiting in beeld. "In het verleden hebben we bewezen dat spelers zich onder Wim Jonk succesvol ontwikkelen. Maar de jongens die we op het oog hebben, hebben vaak meerdere opties om uit te kiezen", aldus Van Leeuwen.

"Het liefst hebben we de selectie morgen rond, maar de realiteit is dat het nog wel even gaat duren." Dat terwijl de eerste competitiewedstrijd, tegen FC Groningen, over een maand op het programma staat. Het zal een race tegen de klok worden voor trainer Wim Jonk.