Ajax-spelers krijgen sneller een kans in Oranje dan spelers van Feyenoord of PSV, in elk geval statistisch gezien. Spelers van die laatste twee clubs hebben gemiddeld meer dan twee keer zoveel duels in het eerste team achter hun naam staan als zij het haasje ontvangen dan de Amsterdamse talenten. 

Het Algemeen Dagblad berekende dat een speler van Ajax slechts 34,5 wedstrijden in het eerste gespeeld moet hebben om een oproep te krijgen van Oranje, berekend sinds het jaar 2000. Bij Feyenoord (86,8), PSV (85,5) en AZ (106,7) ligt de aantal véél hoger. Alleen Excelsior doet het beter dan de Amsterdammers, maar dat is met slechts één speler (Andwelé Slory) logisch te verklaren.

Kwantitatief debuteerden dertig spelers van Ajax sinds 2000 in Eredivisie, terwijl dat aantal bij PSV (26), AZ (23) en Feyenoord (18) ook beduidend lager ligt. En daarmee komt het 'onderbuikgevoel van PSV'ers en Feyenoorders' niet helemaal uit de lucht vallen, zo stelt het AD. 'Terwijl PSV sinds 2000 toch echt váker landskampioen werd dan Ajax: tien keer versus negen keer', schrijft de ochtendkrant.

Lees ook: Kritiek op passeren 'potentiële topkeeper' Bijlow: "Geen fan van Pasveer"

'Dat Ajax veruit de meeste internationals voortbrengt, zal niemand vreemd vinden. Dat de club veel talent voortbrengt, is evenmin de discussie', staat verder in de analyse. 'Maar in de eerste tien jaar van deze eeuw verkeerde Ajax nota bene op tal van vlakken in een diepe crisis. Clubicoon Johan Cruijff was vernietigend over de kwaliteit van de Amsterdamse opleiding', wordt terecht opgemerkt. 

In het overzicht van snelste debutanten (na dus zo weinig mogelijk wedstrijden) staan er zeven spelers van Ajax in en geen enkele Feyenoorder. Met veel bondscoaches met een verleden bij Ajax of zelfs uit de Ajax-school, is het ook logisch te verklaren. 'Ieder van hen zal zijn selecties steeds naar eer en geweten hebben samengesteld, maar hun referentiekader werd (deels) gevormd binnen de filosofie van Ajax.'