Internazionale heeft zaterdagavond uitstekende zaken gedaan in de Italiaanse Serie A. Een week nadat het door de pijnlijke late eigen goal van Denzel Dumfries twee punten verspeelde tegen Monza, heeft het die achterstand op de concurrenten weer goedgemaakt. Waar AC Milan en Juventus nu niet wisten te winnen, won Inter zelf met 1-0 van laagvlieger Hellas Verona. 

Inter - en in het bijzonder Dumfries - had een pijnlijk weekend achter de rug. Het leek drie punten te pakken op bezoek bij Monza, maar in een poging een voorzet weg te koppen was het per ongeluk de Nederlander zelf die doelman André Onana in extremis passeerde. Kans op revanche was er in de volgende Serie A-wedstrijd niet; Dumfries begon net als landgenoot Stefan de Vrij wederom op de bank. 

Toch konden de twee al vroeg juichen. Al binnen drie minuten zagen zij namelijk hoe Lautaro Martínez op randje zestien knap zijn evenwicht bewaarde en de bal buiten bereik van doelman Lorenzo Montipo binnenschoot. Het was het begin van een wedstrijd waarin de nummer achttien van de Serie A weinig te vertellen had, en de nummer vier de vroege voorsprong rustig kon uitspelen. Toen negentig minuten later het eindsignaal klonk, was het nog altijd 1-0.

Strijd op plek twee

Zo heeft Inter de achterstand die het vorige week opliep - drie punten op zowel Juventus als AC Milan - weer rechtgezet. Eerder op de dag kwam de stadgenoot namelijk niet verder dan een 2-2 gelijkspel bij Lecce, terwijl Juventus vrijdagavond met 5-1 werd vernederd door koploper Napoli. Laatstgenoemde is met een gat van tien punten voorlopig niet in te halen voor Inter, maar de achterstand op nummers twee en drie AC Milan en Juventus is teruggebracht tot respectievelijk één en nul punten (enkel doelsaldo).