Gerald Vanenburg heeft een boekje opengedaan over zijn ervaringen met Mohamed Ihattaren. De twee hebben het afgelopen jaar twee keer met elkaar samengewerkt. De eerste keer was toen Ihattaren na zijn vertrek uit Italië werkte aan een comeback, de tweede keer toen de veelbesproken linkspoot zich op een zijspoor bevond bij Ajax.

Vanenburg nam Ihattaren ongeveer een jaar geleden voor het eerst onder de arm. De spelmaker werd daarna al snel opgepikt door Ajax, dat hem op huurbasis overnam van Juventus. "Marc Overmars zei in eerste instantie dat ze hem niet wilden omdat ze al veel spelers voor die positie hadden, waarop ik zei: als we hem aan de gang krijgen, denk ik dat hij beter is. Hij zat er écht dicht tegenaan. Als hij één of twee weken zo was doorgegaan, had hij in het eerste in de basis kunnen komen. Het is een geweldige speler. Als je hem nu ziet, heb je de tranen in de ogen omdat je weet dat hij niet hetgeen eruit haalt wat erin zit. Dat is heel triest", vertelt Vanenburg bij Rondo.

Op prikkelende wijze probeerde Vanenburg Ihattaren te motiveren om fit te worden. "Ik stuurde hem foto's van de Braziliaanse Ronaldo en zei: zo zie jij er ook uit. Je bent constant bezig om die prikkel te zoeken, maar het moet wel uit de speler zelf komen. Op een gegeven moment is er een grens bereikt en moet hij het zelf moet doen", aldus Vanenburg, die uitlegt waar het bij Ihattaren aan ontbeert. "Ten koste van alles willen slagen. Of hij het snapt? Nee, dat denk ik niet. Anders had hij bij de grootste clubs gespeeld. Er zijn heel veel spelers die het niet snappen, maar wel het vermogen hebben om iedere week goed te spelen. Die hebben een bepaalde kwaliteit die hij ook heeft, maar hij moet zich ook melden voor de training en op tijd komen. Dat gedeelte snapt hij niet. Hij kwam niet altijd te laat, maar hij heeft wel dingen eromheen die hij belangrijker vindt."

In september, toen Ihattaren al een tijdje niet meer in training was bij Ajax, werd de hulp van Vanenburg weer ingeschakeld. "Toen ben ik heel duidelijk naar hem geweest. Hij kwam op de training en ik zei tegen hem: we gaan trainen en je gaat doen wat ik zeg. Als je dat niet doet, wordt het een heel kort verhaal. We waren aan het lopen en na één ronde zag ik hem wandelen. Toen zei ik tegen hem: ik weet niet wat je aan het doen bent, maar ik ga naar binnen en kap ermee. Wat er toen gebeurde? Hij stapte van het veld. Je hoopt dat hij wil blijven en trainen, maar dat deed hij niet. Dat is zijn probleem, terwijl het eigenlijk geweldige jongen is."