Clubs uit de Premier League smijten met honderden miljoenen op de transfermarkt, daar kunnen Nederlandse clubs niet tegenop. In een verhaal van The Athletic komt Feyenoord-directeur Dennis te Kloese aan het woord over de positie van Nederlanders ten opzichte van de Engelsen.

Als Te Kloese een belletje krijgt uit Engeland, begint hij spontaan te zweten. "Als het +44 is, dan wil ik pas opnemen wanneer de transfermarkt al gesloten is. Het is zo moeilijk om te concurreren als een Engelse club binnenkomt en een hoog bod doet en een groot salaris biedt aan de speler. Dan verkopen we liever in de zomer", vertelt de algemeen directeur aan de Engelse krant. 

Tientallen miljoenen

Feyenoord heeft afgelopen zomer vijf spelers verkocht, waarvan er drie zijn vertrokken naar de Premier League. Marcos Senesi ging naar Bournemouth voor 15 miljoen, Tyrell Malacia naar Manchester United voor datzelfde bedrag en Luis Sinisterra naar Leeds United voor maar liefst 25 miljoen. Deze bedragen kunnen nog oplopen voor bonussen, daarom kijkt Te Kloese met meer interesse naar de Premier League dan eerst. 

"Ik ben nu groot fan van Bournemouth en Leeds. Als zij hoog genoeg eindigen krijgen wij nog wat bonussen", aldus de directeur van Feyenoord. "Sommige clubs in andere competities zullen het misschien niet kunnen geloven, maar een van de speerpunten van het Nederlandse voetbal is het ontwikkelen van jonge spelers. Het is de bedoeling dat ze daarna naar een grotere competitie overstappen. Het is een onderdeel van de werkwijze voor veel Nederlandse clubs."