Voor Ajax is, halverwege deze CL-groepsfase, nog alles mogelijk. Met vier punten uit drie duels staat de ploeg gedeeld tweede, samen met AC Milan. Hekkensluiter AJ Auxerre is al op vier punten achterstand gezet, waardoor plek drie bijna binnen is. Maar daarvoor doet Ajax het niet, zegt Urby Emanuelson tegen FCUpdate.nl.

“We spelen niet om de derde plaats, we willen tweede worden in deze groep en doorgaan in de Champions League. Dat is ook mogelijk. Als we uiteindelijk derde worden en doorgaan in de Europa League zal niemand daar over klagen in deze zware groep, maar de Champions League is het doel”, zegt Emanuelson.

Ajax staat nu in punten gelijk tegen Milan. Over twee weken speelt Ajax in Frankrijk tegen Auxerre en ontvangt Milan koploper Real Madrid. “Real is in staat om te winnen in Milaan, daar ben ik van overtuigd. Als we dan winnen in Frankrijk komen we op zeven punten en zijn we hard op weg naar de volgende ronde. Daarom is het voor ons belangrijk om te winnen in Frankrijk. We gaan daar niet heen voor een gelijkspel.”

Met ‘die spits’ bedoelt Emanuelson Dennis Oliech, die in de 85ste minuut van het veld moest omdat hij een bal met zijn hand via de paal in het doel sloeg. Een belangrijk moment, vindt Emanuelson. “Na die rode kaart voor Auxerre voelden we dat het niet meer mis zou gaan. Daarvoor was het even spannend. In de eerste helft waren we veel beter, maar Auxerre begon er in te geloven toen André Ooijer rood kreeg en die vrije trap er direct in vloog. Toen het weer tien tegen tien was, konden we het uitspelen.”

Aan de 1-1 van Auxerre, en de rode kaart voor Ooijer, ging een slordigheid van Emanuelson vooraf. Hij verspeelde de bal, waarna Pedretti teamgenoot Oliech diep stuurde. “Klopte, ik leed balverlies", zegt de linksback schuldbewust. "Ik wilde de bal naar Miralem spelen, maar schoot tegen een tegenstander aan. Zonde, zoiets mag eigenlijk niet gebeuren. Soms moet ik er, als ik linksback sta, even aan denken dat ik voorzichtiger moet zijn en geen balverlies mag lijden, omdat er niemand achter me staat. Ik probeer daar aan te werken en tijdens de wedstrijd op mezelf in te praten om die focus te houden. Dat ging tegen Auxerre op zich goed, op één momentje na.”