Lange tijd leek er niets aan de hand voor FC Barcelona in Londen. De Catalanen stonden woensdag tegen Arsenal, in het heenduel van de achtste finales van de Champions League, lang met 1-0 voor. Door een krankzinnig slot, dat werd ingeleid door een knappe goal van Robin van Persie, ging de club van coach Pep Guardiola echter toch onderuit in het Emirates Stadium: 2-1.

Lionel Messi was na een kwartier dicht bij de openingstreffer. De Argentijn dribbelde naar het Londense doel en schoot voorlangs, maar pas wel nadat hij goalie Wojciech Szczesny met een schijnschot verraste, waarna hij pijlsnel toesloeg, alleen niet net doeltreffend genoeg. Dat deed David Villa tien minuten later wél. De aanvaller werd diep gestuurd door Messi en schoof koelbloedig raak: 0-1.

Na rust lag het tempo een fractie lager, maar het bleef uiterst boeiend. Van Persie had een paar kleine kansjes, maar wist de trekker niet succesvol over te halen. Dat lukte de Oranje-international wel tien minuten voor het eindsignaal, op knappe wijze welteverstaan. Uit een moeilijke hoek -hij stond een meter van de achterlijn- trof hij doel. Van Persie verraste keeper Victor Valdes met een schot in de korte hoek: 1-1.

Een nederlaag dus voor Barcelona. Desondanks kan het over drie weken de poort van Camp Nou met vertrouwen openzetten voor Arsenal, want het speelde een puike partij. Bovendien zal menig voetballiefhebber zich nog wel herinneren welke show de Spanjaarden vorig seizoen weggaven tegen Arsenal en deze met 4-1 wonnen. Het is te hopen dat Ibrahim Afellay dan ook speeltijd krijgt. De van PSV overgenomen speler bleef vanavond in Londen het hele duel op de bank.