Daar gaan ze weer, zaterdagochtend. Het vliegtuig in, op weg naar Oekraïne. Voor de derde keer in acht dagen reist Oranje per vliegtuig van Krakow naar Kharkiv om daar een groepswedstrijd op dit Europees kampioenschap te voetballen.
Als we de terugvlucht van komende zondagnacht na het duel met Portugal alvast meetellen, heeft Oranje in tien dagen tijd zes vluchten gemaakt van en naar Oekraïne. Vluchten die bovendien soms in het holst van de nacht plaatsvonden. Na de wedstrijd tegen Duitsland ging de Oranje-selectie, ook omdat het bij terugkomst in Krakow nog een sportmaaltijd naar binnen moest werken, pas slapen toen het al licht was.
De grote vraag is waarom Oranje dit zichzelf aangedaan heeft. Toegegeven, vliegen is voor profvoetballers aan de orde van de dag. Maar zo veel kilometers maken in zo'n korte tijd, je kan je afvragen of dat wel bevorderlijk is. Zou het niet lekkerder zijn om na de wedstrijd in Kharkiv te blijven en daar, kort na de wedstrijd, je bed op te zoeken?
Door in Krakow te verblijven mist Oranje een kans voor open doel. Want het is heet in Kharkiv, heel heet. De afgelopen week tien tot vijftien graden warmer dan in Krakow. Het is zelfs zo warm, dat de spelers en bondscoach Bert van Marwijk er over klagen. “Maar”, zeiden ze, “daar hebben beide teams last van. Dus dat is geen excuus.”
Oranje had een voordeel kunnen creëren ten opzichte van de tegenstanders, zoals het ook in Zuid-Afrika deed door op hoogte te trainen in Johannesburg. Kansen benutten blijkt dit Europees kampioenschap echter niet aan Oranje besteed.
Door: Roland Mather
Twitter: @rolandmather