AS Roma heeft haar abonnement op gelijke spelen in de Serie A nog altijd niet opgezegd. De equipe van coach Rudi Garcia moest zondag op visite bij Chievo Verona voor de vierde keer op rij, en voor de achtste maal in de laatste negen duels, genoegen nemen met een punt. Het werd 0-0 in het Stadio Marc'Antonio Bentegodi.

De remise in een zonnig Verona was terecht, want over negentig minuten speelden beide ploegen amper iets klaar voor het vijandelijke doel. AS Roma trad ook niet aan in haar sterkste opstelling, aangezien het komende donderdag op bezoek gaat bij Fiorentina voor de eerste partij in de achtste finales van de Europa League. Garcia liet onder meer José Holebas, Adem Ljajic, Daniele de Rossi en Miralem Pjanic op de bank beginnen.

Ljajic en Pjanic kwamen na rust alsnog in de ploeg bij Roma, maar konden het verschil niet maken. De beste kans voor AS Roma was op slag van rust via Gervinho. De Ivoriaan schoot rakelings voorlangs. Een minuut later was Chievo aan de andere kant dicht bij de 1-0, maar Alberto Paloschi verzuimde toe te slaan uit een goede kopkans. In de slotfase verdiende AS Roma wellicht nog een penalty, na een overtreding van Ezequiel Schelotto op Gervinho. Scheidsrechter Paolo Mazzoleni vond het echter niet voldoende om naar de stip te wijzen. Meest opvallende moment in de wedstrijd was een flinke botsing tussen Radja Nainggolan (Roma) en Federico Mattiello (Chievo), waarbij laatstgenoemde zijn been gebroken lijkt te hebben.

Door het gelijkspel kan de achterstand van AS Roma op koploper Juventus later deze speelronde oplopen tot elf punten. De titelverdediger krijgt maandag nog visite van middenmoter Sassuolo. AS Roma kan beter naar beneden kijken, want nummer drie Napoli kan later op de avond tot twee punten naderen. De ploeg van Jonathan De Guzman trapt om 20.45 uur thuis af tegen Internazionale.

Hekkensluiter Parma kwam voor het eerst in drie weken weer eens in actie. De ploeg uit de regio Emilia-Romagna sprokkelde thuis tegen Atalanta Bergamo een puntje (0-0). De vorige twee duels van Parma, met Udinese en Genoa, konden vanwege de penibele financiële situatie bij de club niet doorgaan. Parma stevent af op een faillissement, maar kan het seizoen desondanks afmaken omdat de andere Serie A-clubs het benodigde bedrag hiervoor op tafel hebben gelegd.