Ten opzichte van ruim twee weken geleden is Nederland twee plaatsen gestegen op de coëfficiëntenlijst van de UEFA, waarop goede zaken gedaan moeten worden om ervoor te zorgen dat de Europese tickets niet zullen verminderen in zowel kwantitatief als kwalitatief opzicht. Nederland is Kroatië en Griekenland in twee weken gepasseerd en staat nu op plek dertien.
De resultaten van de Nederlandse clubs in Europa waren deze week niet zo goed, maar toch werd er dus terreinwinst geboekt op de coëfficiëntenlijst van de UEFA. PSV speelde in de Champions League met 2-2 gelijk bij FC Rostov. Ajax won in de Europa League met 1-0 van Standard Luik. Feyenoord en AZ gingen in het tweede clubtoernooi van Europa ten onder tegen respectievelijk Fenerbahçe (1-0) en Zenit St. Petersburg (5-0).
Hoewel de lichte stijging positief nieuws is voor Nederland, is de klus nog niet geklaard. Om het ticket voor de Champions League-poulefase te behouden, moet er nog één plaatsje geklommen worden. Dat wordt vrij lastig, aangezien het als twaalfde geklasseerde Zwitserland een behoorlijke marge (4.612 punten) heeft. De Zwitsers hebben met FC Basel, FC Zürich en Young Boys nog drie ijzers in het vuur, terwijl Nederland dus nog wel vier troeven in handen heeft. Tsjechië, dat nog drie ploegen in Europa heeft, staat vlak boven Zwitserland. Het wordt voor Nederland dus lastig om het rechtstreekse CL-toegangsbewijs te behouden. Misschien is het daarom zaak om er eerst maar voor te zorgen dat Nederland boven de vijftiende plaats zal blijven staan. Lukt dat niet, dan is het rampscenario namelijk compleet. In dat geval moeten nagenoeg alle Nederlandse Europese deelnemers al vroeg in het seizoen startten aan diverse voorrondes.
Deze benadering houdt overigens nog geen rekening met het feit dat de UEFA voornemens is om met ingang van 2018 de beste vier ploegen van de vier topcompetities (Spanje, Engeland, Duitsland en Italië) automatisch te laten instromen in de Champions League-groepsfae.
1 Spanje (90.284 – 7/7)
2 Duitsland (69.641 – 6/7)
3 Engeland (66.248 – 6/7)
4 Italië (63.498 – 6/6)
5 Frankrijk (46.999 – 5/6)
6 Rusland (46.332 – 4/5)
7 Portugal (44.665 – 4/6)
8 Oekraïne (39.833 – 3/5)
9 België (34.600 – 5/5)
10 Turkije (33.600 – 4/5)
11 Tsjechië (30.775 – 3/5)
12 Zwitserland (30.275 – 3/5)
13 Nederland (25.663 – 4/5)
14 Kroatië (25.250 – 1/4)
15 Griekenland (25.100 – 3/5)
16 Oostenrijk (23.100 – 3/4)
17 Roemenië (22.150 – 2/5)
18 Denemarken (21.750 – 1/4)