Manchester City is met een overwinning op Wolverhampton Wanderers begonnen aan het nieuwe Premier League-seizoen. Met de debuterende Nathan Aké in de basis wonnen The Citizens met 1-3 op Molineux. De Nederlandse verdediger maakte als verdedigingspartner van John Stones een goede indruk bij zijn vuurdoop. Hij speelde vrij onopvallend, maar deed weinig verkeerd.

Terwijl veel clubs al twee keer in actie waren gekomen, speelde Manchester City maandag zijn eerste wedstrijd van het seizoen. De Engelse grootmacht kreeg meer tijd om zich voor te bereiden op het nieuwe voetbaljaar omdat het vorige maand nog in actie kwam in de Champions League. Nog voor City de laatste wedstrijden van de Europese campagne speelde, versterkte de club zich met Aké. Hij startte maandag direct in de basis.

Samen met Stones vormde Aké het centrum van de City-verdediging. De sterspeler van de Engelse grootmacht, Kevin De Bruyne, nam zijn team meteen bij de hand. Na twintig minuten versierde hij een strafschop die hij op overtuigende wijze zelf benutte. Tien minuten later was hij met een voorassist betrokken bij de 0-2. De Belgische middenvelder gaf de bal mee aan Raheem Sterling, die op zijn beurt Phil Foden bediende. Van dichtbij schoot de Engelsman raak. De Bruyne was daarna dicht bij zijn tweede doelpunt van de avond, maar Rui Patrício bracht redding.  

De ploeg van trainer Pep Guardiola kreeg vroeg in de tweede helft een nieuwe mogelijkheid op de 0-3, maar weer bleek Patrício een sta-in-de-weg. Wolverhampton Wanders meldde zich in de fase die volgde meer op de helft van de bezoekers, maar slaagde er niet in de aansluitingstreffer te forceren. Op het moment dat de wedstrijd gespeeld leek, kwam de thuisploeg via Raúl Jiménez toch terug tot 1-2. Wolves ging daarna op jacht naar de gelijkmaker, maar werd niet écht gevaarlijk meer. Manchester City scoorde nog wel, in de laatste minuut van de blessuretijd via Jesus.