Feyenoord moest dinsdagmiddag slecht nieuws naar buiten brengen. De club presenteerde een negatief saldo van zeventien miljoen euro over het seizoen 2020/2021. Een groot deel daarvan bestond uit een negatief transferresultaat (min dertien miljoen), wat de vraag opriep of het voor de club noodzakelijk is om enkele waardevolle spelers te verkopen.
Onder meer op die vraag ging financieel directeur Pieter Smorgenburg in in gesprek met RTV Rijnmond. "Het is het vierde achtereenvolgende jaar waarin we geen winst op onze transferresultaten maken", kaartte hij aan. "Daarbij moeten we echt vooral naar onszelf kijken. De basis voor financieel succes is sportief succes. Vorig jaar werden we vijfde en hebben we niet overwinterd in Europa, dat kun je sportief niet als een succesvol jaar zien."
De club zette wel al stappen de goede richting in. Zo werd er afgelopen zomer flink doorgeselecteerd, werden nieuwe basiskrachten als Marcus Pedersen en Gernot Trauner erg goedkoop binnengehaald en werden de contracten van enkele spelers uit de eigen jeugd verlengd. "Daarmee hopen we in ieder geval de randvoorwaarden te hebben ingevuld om de komende periode betere transferresulaten te behalen. Feyenoord moet van tijd tot tijd spelers verkopen om daarmee een positief resultaat te behalen."
Van urgentie is echter geen sprake. "We kunnen dit seizoen gewoon aan onze verplichtingen voldoen. We hebben genoeg maatregelen getroffen om de liquiditeit te bewaken. Maar verkopen is ook een onderdeel van ons businessmodel. Overigens zijn Berghuis, Burger en Haps in juli en augustus vertrokken, die resultaten vallen in het huidige seizoen. Daarmee zijn we er nog niet. De verwachting is dat als we sportief beter presteren en spelers opvallen, er meer interesse is. Dan zullen we er uiteraard naar kijken, al moet het bod dan goed zijn en moet de speler het zelf ook willen."
Lees ook: Feyenoord presenteert donkerrode cijfers: zeventien miljoen 'rood'