Het gedrag van spelers en stafleden richting de arbitrage was maandagavond onderwerp van gesprek in Voetbalpraat. Journalist Tijmen van Wissing was kritisch op tafelgenoten Kenneth Perez en Vincent Schildkamp, die zich in zijn ogen opstellen als ‘opvoedkundigen’.
Perez ergert zich aan het gedrag van stafleden, bijvoorbeeld van Fortuna Sittard-trainer Danny Buijs. “Het kan natuurlijk niet zo zijn dat je bij elke beslissing opspringt alsof je de vierde official wil aanvallen. Het heeft niets meer te maken met ‘even in de emotie’. En ja, wij zitten hier ontspannen, zonder enig belang, dan is het veel makkelijker praten natuurlijk. Maar er is wel een kantelpunt gekomen. Ik denk echt dat het respect voor scheidsrechters ver te zoeken is. Daar hebben ze het misschien zelf ook naar gemaakt, omdat het niveau over de hele linie behoorlijk matig is. Maar je kunt mij niet vertellen dat die vierde man dit verdient.”
“Misschien verdien je het als vierde man wel, want het is de meest ondankbare taak die er is, maar dat betekent niet dat je alles maar over je heen hoeft te laten komen. En het komt niet alleen van de coach; het zijn ook de assistenten, het is van alles en iedereen”, merkt de oud-voetballer op. “Als je dichtbij staat in het stadion, schrik je gewoon van hoe die assistenten zich gedragen. Er zou een regel moeten komen dat de assistenten vastgelijmd worden aan hun stoelen. Het kan toch niet zo zijn dat die vierde official van alle kanten zo wordt bejegend?”
Volgens Van Wissing, journalist van RTV Oost, vertoont Buijs inderdaad ‘een patroon’ en moeten daar sancties op volgen. “Maar voor Wout Weghorst wil ik het nu even opnemen – tegen mijn gewoonte in”, verwijst hij naar de woede dien Weghorst toonde toen hij bij Fortuna Sittard – Ajax een charge incasseerde. “Die jongen heeft écht veel pijn, die voelt zo’n moment alsof het direct rood is. En hij scheldt niet eens; hij zegt in zijn emotie gewoon iets. Dan kun je als scheidsrechter of vierde official ook zeggen: “Niet zeiken, Wout. Twee keer stampen, we hebben het gezien. Ja, het doet even pijn, maar hup, weer het veld in.’”
Perez stelt daarop vast dat ‘de bredere tendens’ zit bij de ‘trainers en assistenten die vlak naast de vierde man staan’. “Het komt niet vaak voor dat spelers de vierde official bejegenen; dat is vooral richting de scheidsrechter. En die regel van ‘zeiken is meteen geel’ lijkt ook volledig losgelaten, want daar zie je niets meer van terug. Zij vergeten het op een of andere manier. In de emotie of in de drukte vergeten ze dat te doen en dat willen ze toch weer uitleggen aan iemand.”
Van Wissing ziet de scheidslijn tussen emotie en gedrag als heel dun. “In een stadion zie je de meest primitieve emoties”, zegt de journalist, die zich daarna tot presentator Vincent Schildkamp richt. “Sorry, maar jij gedraagt je ook als een soort opvoedkundige. En Kenneth ook. Het is natuurlijk makkelijk praten van een afstand. Ik begrijp ook dat een Hoefkens (trainer van NAC Breda, red.) enorm in de emotie kan zitten. En die emotie moet je er niet uit slaan. Ik vind niet dat je beklag doen bij de vierde official kunt gelijkstellen aan supporters die met buizen naar het stadion gaan.”
Dat vindt Perez te kort door de bocht. “Het is niet ‘je beklag doen’, het is minachting. Het gaat om het veld inlopen, zoals Maurice Steijn, om de scheids een beetje te kleineren. En ik zei het gisteren (zondag, red.) ook: vanuit de luie stoel is het makkelijk praten. Toen ik zelf voetbalde was ik ook verschrikkelijk. Maar op dit moment zie je gewoon een trend: het wordt erger en erger en erger. En voordat we klaar zijn, is het een complete ramp.”