Virgil van Dijk had een makkelijke avond tegen de aanvallers van de Villarreal, waaronder zijn landgenoot Arnaut Danjuma. Liverpool won met 2-0 van de Spaanse club, waardoor de Engelsen de finale van de Champions League al kunnen ruiken. De ploeg van Jürgen Klopp was in eigen huis heer en meester.

Waar de subtopper uit La Liga dit seizoen vriend en vijand verraste tegen Bayern München en Juventus, kreeg de ploeg geen voet aan de grond op Anfield. Villarreal stond vanaf het eerste moment onder druk en het lukte nauwelijks om daar onderuit te komen. Bij tijd en wijle was het een schiettent voor Liverpool, dat naar hartenlust kon aanvallen. In de eerste helft leverde dat geen doelpunten op, omdat de Spanjaarden vochten voor wat ze waard waren. De ploeg van Unai Emery gooide zich voor elke bal, wat een doelpuntloze ruststand opleverde.

Na rust wist de thuisploeg wel tweemaal het net te vinden. Binnen een paar minuten was het duel gespeeld. In minuut 53 maakte Pervis Estupinan een eigen doelpunt door een inzet van Jordan Henderson aan te raken en twee minuten later was de marge verdubbeld door Sadio Mané. Hij promoveerde een steekpassje van Mohamed Salah tot assist, waarna de wedstrijd gespeeld was. Na het tweede doelpunt ging het tempo namelijk omlaag.

De Reds hoefden niet zo nodig meer volle bak aan te vallen met de spannende Engelse titelstrijd in het achterhoofd, terwijl de tegenstander aanvallend geen vuist wist te maken. Na negentig minuten had Liverpool-doelman Alisson Becker geen enkel schot tussen de palen gehad. Danjuma gaf voorafgaand aan het duel aan dat hij zich wilde laten zien tegen zijn landgenoot, maar het lukte hem en zijn ploeggenoten geen moment om Liverpool ook maar enigszins te laten wankelen.