Feyenoord moet vijf miljoen betalen aan belastingdienst

Feyenoord moet vijf miljoen euro overmaken naar de belastingdienst. Dat is het resultaat van een schikking, die de Rotterdamse club met de overheidsdienst getroffen heeft. De naheffing is een gevolg van het feit dat Feyenoord tussen 1995 en 1998 geen loonbelasting betaalde over de transfers van een aantal spelers.

Het gaat om de transfers van Patrick Allotey, Julio Cruz, Patricio Graff, Christian Gyan, Eduardo 'Tati' Montoya, Fernando Picun en Pablo Sanchez. De toenmalige leiding van Feyenoord meende dat zij over deze transfers geen loonbelasting hoefde te betalen, omdat door Feyenoord geen tekengeld aan genoemde spelers was betaald. Dit leidde in 1998 tot een inval van de fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD). Eerder moest Feyenoord ook al anderhalf miljoen euro aan de belastingdienst betalen vanwege een vergelijkbare situatie bij de transfer van Aurelio Vidmar.

"Vijf miljoen euro is samen met de eerder al afgedragen anderhalf miljoen voor Vidmar een enorm bedrag, dat we uiteraard liever hadden geïnvesteerd in verdere versterking van de selectie. Zo bekeken is het dus zondegeld. Aan de andere kant is het miljoenen minder dan wat we de fiscus in het ergste geval hadden moeten betalen", zegt algemeen directeur Eric Gudde op de officiële website van Feyenoord.

Gudde is blij dat de hele kwestie eindelijk opgelost is. "Feyenoord is in hoog tempo bezig de enorme schuldenlast uit het verleden weg te werken. Twee jaar geleden stonden we inclusief de belastingclaim voor 35 miljoen euro in het rood. Dat bedrag is inmiddels meer dan gehalveerd. Potentiële investeerders zien en waarderen de voortvarende aanpak, maar hikten ook aan tegen die enorme belastingclaim van bijna13 miljoen, inclusief rente, die ons nog boven het hoofd hing. Nu we een streep kunnen zetten onder deze kwestie, hebben we ook naar deze mensen toe een helder verhaal. We kunnen bij Feyenoord weer vooruit kijken in plaats van angstig achterom."