Hamburger SV moet volgende week in Londen aan de bak om de finale van de Europa League in eigen stadion te bereiken. De Duitse ploeg, met onder anderen Ruud van Nistelrooy en Joris Mathijsen als basisspelers, bleef donderdag in het eerste duel van de halve finale tegen Fulham op 0-0 steken.

Het duel tussen de nummer zeven van Duitsland en de nummer tien van Engeland was vooral in de eerste helft bepaald geen festijn voor de neutrale voetbalfan. Op eigen veld toonde Hamburger SV weliswaar de wil om te winnen, maar de kwaliteit in de selectie bleek te mager om Fulham serieus schrik aan te jagen. Vooral Van Nistelrooy verloor het geduld met zijn minder getalenteerde ploeggenoten. De Nederlandse spits kreeg nauwelijks bespeelbare ballen en probeerde het daarom vaak op eigen houtje.

De defensie van Fulham gaf niets weg in de eerste helft. Die was voor de toeschouwers dan ook redelijk vervelend. Na een uur kwam de Engelse ploeg zowaar een paar keer dreigend in de buurt van het vijandelijke doel. De eenzame spits Bobby Zamora had toen al plaats gemaakt voor Clint Dempsey, terug na drie weken blessureleed. Hamburger SV schrok wakker van die sporadische tegenstoten en verhoogde de druk. Te vaak moest de oplossing worden gezocht bij individuele acties en schoten van afstand.