Voor mijn favoriete Bruno Martins Indi-moment gaan we terug naar oktober 2012. Nederland had zojuist de belangrijke WK-kwalificatiewedstrijd in Roemenië met 1-4 gewonnen en één van de vier goals was gemaakt door de verdediger van Feyenoord. Martins Indi speelde in Boekarest pas zijn vijfde interland, maar het was al zijn tweede doelpunt. Eigenlijk zelfs zijn derde, maar een treffer tegen Andorra werd afgekeurd wegens buitenspel. Maar twee doelpunten maken in je eerste vijf interlands is iets bijzonders, zeker als verdediger. En dus leek het me een leuk idee om Martins Indi na de wedstrijd in Boekarest even aan te schieten.
Toen de verdediger door de mixed zone van het stadion liep, stopte hij toen ik zijn naam riep. Of hij even tijd had? Hij knikte. En dus begon ik, nadat ik hem gefeliciteerd had met de overwinning, enthousiast aan mijn lollig bedoelde vraag. "Je tweede doelpunt al, in vijf interlands. Heb je nooit overwogen om spits te worden?"
Als journalist probeer je gesprekjes na wedstrijden vaak een beetje origineel te openen. Breek je het ijs meteen, dan krijg je een leuker gesprek dan als je begint met clichés als: 'hoe heb je de wedstrijd beleefd?', 'waar ben je het meest tevreden over?' of de bij een gelijkspel altijd terugkerende: 'punt gewonnen of twee verloren?'. Ik was dan ook best tevreden over de vraag waarmee ik het gesprek met Bruno opende. Tot ik Bruno zag kijken.
Bruno keek me met geopende mond en zijn grote witte ogen indringend en stomverbaasd aan. Je zag hem denken, wat moet ik hier nou weer mee. En toen kwam het kraakheldere antwoord: "Nee." En de stilte.
Bruno is niet de beste voetballer van Oranje. Zeker niet. Maar al na een paar wedstrijden in de nationale ploeg hoorde je vanuit de selectie geluiden dat iedereen dol op hem was. Een eigenzinnige gozer met droge humor, schijnt het te zijn. Dat bleek zondag ook even, toen hij met Robin van Persie aan mocht schuiven voor een persconferentie. Naast Van Persie zitten betekent normaal gesproken automatisch dat je er een beetje voor spek en bonen bij zit, maar Bruno had er zin in. Hij opende de bijeenkomst met wat ingestuurde zinnetjes Portugees en was opvallend eerlijk toen hem gevraagd werd naar zijn botsing met Arjen Robben op de training.
Waar de meeste voetballers in zo'n geval, om ophef te voorkomen, zouden roepen dat er niets aan de hand was, deed Bruno dat niet. "Hij liet zich onterecht vallen. Een beetje koppigheid. Er was irritatie, ja. Of ik het incident al met hem uitgesproken heb? Nee, ik ben hem nog niet tegengekomen. Ik zit nu hier, bij jullie." Robben is één van de sterren van de ploeg, maar Bruno had daar maling aan. Hij moet zich niet aanstellen, vindt hij.
Toen perschef Kees Jansma het daarna mooi geweest vond, vroeg hij Martins Indi om de persconferentie af te sluiten. Dat wilde hij best en hij dacht even na. "Obrigado", sprak hij. Bruno is een man van weinig woorden.
Door: Roland Mather
Twitter: @rolandmather