Julian Nagelsmann nam in februari van dit jaar bij TSG 1899 Hoffenheim het stokje over van Huub Stevens, die met hartritmestoornissen kampte. Hoffenheim stond op dat moment voorlaatste, maar met 23 punten uit 14 wedstrijden speelde het team van Nagelsmann zich op het nippertje veilig, met één punt boven de rode streep. In gesprek met Bundesliga verklapt de slechts 28-jarige trainer zijn geheimen.

In zijn eerste wedstrijd, op bezoek bij Werder Bremen, schakelde Nagelsmann over op een 1:3:5:2-formatie, waar Stevens doorgaans met vier verdedigers en één centrumspits speelde. "Die omzetting vereiste moed. Er zullen zeker enkele spelers zijn geweest die dachten dat hun nieuwe trainer een beetje gek was. Maar belangrijker dan een formatie is de invulling die de spelers daaraan geven. Blijkbaar was er een klik met de spelers en kwam het vertrouwen terug, waardoor we in een flow belandden."

Dat leidde tot een vijfde plek op de ranglijst als alleen de wedstrijden sinds Nagelsmanns komst tellen. "Als je het overneemt in een situatie als waar ik in belandde, kun je twee dingen doen. De eerste is de spelers straffen, ze constant vertellen hoe slecht ze spelen en dat ze nu écht moeten gaan winnen. De ander is je verplaatsen in hun situatie. Ik geloof erin dat geen enkele speler wil verliezen of met opzet slecht speelt. Als coach ben je eigenlijk een soort psycholoog."

De piepjonge oefenmeester vervolgt. "De mentale kant in voetbal bepaalt zeker 70 procent in voetbal, de inhoudelijke kant maar 30 procent. Als een coach inhoudelijk top is, maar sociaal gezien een idioot, zal hij nooit veel succes hebben. Een coach die een band met zijn spelers kan opbouwen, maar op technisch vlak 30 of 40 procent minder is dan mondiale toptrainers, kan alsnog een heel eind komen."