Owen Wijndal was zaterdagavond met een fraai doelpunt van afstand goud waard voor Ajax in de uitwedstrijd tegen Fortuna Sittard (1-3). De linksback vertelt na afloop bij ESPN dat hij van tevoren al had gezinspeeld op zijn treffer.
“Het type goal was wel grappig, omdat ik het voor deze wedstrijd met de jongens erover heb gehad dat ik wat vaker moet gaan schieten”, vertelt Wijndal na de wedstrijd in gesprek met verslaggever Cristian Willaert. “Ik zei toen dat ik een goede knuckleball had, waarbij de bal zo zwabbert. Toen lachten ze me een beetje uit. Beetje zwabberen, beetje dalen.”
Het betekende voor Wijndal zijn eerste Eredivisie-doelpunt sinds 3 oktober 2021. Toen was hij namens AZ trefzeker in de uitwedstrijd tegen SC Cambuur (1-3 overwinning). “Ik scoor over het algemeen niet heel vaak, maar ik hoop dat ik nu vaker kan gaan scoren”, zegt de linksback van Ajax.
Wijndal vindt dat Ajax zich in de tweede helft goed herstelde, na een matige eerste helft. “In de eerste helft verliezen we een paar keer heel makkelijk de bal, waardoor wij in hun counter komen. Dat moet je niet hebben, want dan loop je telkens zestig, zeventig meter terug en geef je hen het gevoel van: er valt hier wat te halen. In de rust hebben we het goed omgezet. Aan het begin van de tweede helft domineren we, waardoor we ook twee keer kunnen scoren.”
Het betekende voor Ajax de tweede competitiezege op rij, nadat afgelopen dinsdag in een lege Johan Cruijff ArenA met 2-0 werd gewonnen van FC Groningen. “Het vertrouwen groeit wel, ook na de wedstrijd tegen Groningen”, erkent Wijndal. “Ook vandaag winnen we weer. Dat kan wel helpen om de volgende stap te zetten. We zitten in een moeilijke fase. We moeten gewoon de wedstrijden winnen. Daar doen we alles aan. Af en toe heb je ook een beetje geluk nodig, natuurlijk.”