De derby tussen Real Madrid en Atlético Madrid heeft zaterdagavond geen winnaar opgeleverd. Het werd 1-1 in het Santiago Bernabéu, waardoor koploper Barcelona het gat met Real kan uitbreiden tot tien punten. De achttienjarige invaller Álvaro Rodríguez redde een punt voor Real tegen het tiental van Atlético.

Met name de eerste helft was voor de neutrale toeschouwer geen lust voor het oog. Real kreeg enkele halve kansen, maar beide ploegen wilden geen grote risico's nemen. Na een uur spelen was Antoine Griezmann dicht bij de 0-1, maar hij schoof de bal net naast. Enkele minuten later ontving Ángel Correa een directe rode kaart voor een ogenschijnlijke elleboogstoot in de borstkas van Antonio Rüdiger, die gretig gebruikmaakte van het contact.

In ondertal wist Atlético toch op voorsprong te komen. Na een vrije trap van Griezmann reageerde José María Giménez het meest alert: de invaller, die de geblesseerd uitgevallen Reinildo Mandava in de eerste helft had vervangen, torende boven Éder Militão en Álvaro Rodríguez uit, alvorens raak te koppen.

Vijf minuten voor tijd bracht doelman Jan Oblak van Atlético redding op een schot van Eduardo Camavinga, maar de daaropvolgende corner leverde een treffer op. Luka Modric leverde de bal af bij de achttienjarige Álvaro Rodríguez, die in pas zijn tweede competitiewedstrijd zijn eerste treffer binnenkopte. Memphis Depay bleef negentig minuten op de bank bij de bezoekers.

Atlético Madrid-trainer Diego Simeone lag tijdens de derby tegen Real ineens op de grond. Zie de beelden hier.