Stefano Denswil speelde afgelopen seizoen 28 officiële wedstrijden voor Ajax en werd dus met veel verschillende aanvallers geconfronteerd. De 21-jarige verdediger vindt het lastig om de slimste spits eruit te pikken, maar kiest uiteindelijk voor Mario Balotelli.

"Hij is groot en sterk, en probeert alles om jou uit de wedstrijd te halen", zegt Denswil op Ajax.nl. Hij stond in de Champions League twee keer tegenover AC Milan-spits Balotelli. "Daarbij gaat hij bij het minste geringste liggen. Wat je dan zelf moet doen, is geconcentreerd blijven en hem, op jouw beurt, ook weer uit de wedstrijd halen. Uiteindelijk hadden we tegen Milan twee keer het idee dat we de betere waren, maar gingen we uiteindelijk - zeker na de wedstrijd in Milaan - met lege handen naar huis. Ook dat zijn leerzame momenten."

Denswil speelt nu nog met nummer 24 op de rug. In de toekomst moet dat rugnummer 4 worden, maar daarvoor moet hij wel constanter worden, geeft hij toe. "Mijn doel voor volgend jaar is alles spelen", vervolgt Denswil. "Daarmee word je ook constanter; voorkom je dat je de ene keer een acht haalt en de andere keer misschien een vier. Daarbij hoort ook het terugkijken van eigen wedstrijden. Puur om zaken te verbeteren. Slordigheden eruit halen, bijvoorbeeld. Minpunten verbeteren."