In zijn debuutseizoen is Marcus Berg een onmisbare kracht voor FC Groningen geworden. De Zweed bewees zijn klasse zondag opnieuw met twee treffers tegen FC Utrecht (3-1). Door de winst mag de formatie van trainer Ron Jans blijven hopen op een UEFA Cup-ticket.

Om Berg naar de Martinistad te halen, betaalde FC Groningen afgelopen zomer de hoogste transfersom uit de clubhistorie. Het prijskaartje van 3,2 miljoen euro maakte de aanvaller met vijftien doelpunten in 25 competitieduels volledig waar. Hoe afhankelijk de noorderlingen inmiddels zijn geworden van Berg, bleek toen hij de afgelopen twee maanden ontbrak wegens een rugblessure. In die periode wist de ploeg slechts één van zijn acht wedstrijden te winnen.

Na twee maanden blessureleed is Berg blij met zijn terugkeer binnen de lijnen. "Het was erg frusterend dat ik niet kon voetballen. Deze doelpunten doen me goed, al is het moeilijk te zeggen of ik nu weer op mijn oude niveau zit. Ik heb in twee maanden maar twee wedstrijden gespeeld. Ik kom natuurlijk ritme tekort. Mijn rug is oké. Door het spelen van de wedstrijden tegen Utrecht is het niet slechter geworden."

Naast twee doelpunten hield de aanvaller ook een minder prettig aandenken over aan de dubbele confrontatie met de Domstedelingen. "Ik kreeg in Utrecht een elleboog van Sander Keller", wijst Berg naar zijn blauwe oog. "Hij vecht meer in plaats van te voetballen. Nu liet hij me twee keer vrij en kon ik scoren. Heb ik hem toch mooi teruggepakt."

Door zijn scoringsdrift mag Berg zich onderhand in de belangstelling verheugen van enkele buitenlandse clubs. "Ik ben niet bezig met een transfer. Dit is een mooie club, al hoop ik natuurlijk ooit eens hogerop te komen", zegt de Zweed, die dit kalenderjaar zijn eerste A-interland afwerkte. "Selectie voor het EK zou een bonus zijn. Ik heb alleen de interland tegen Turkije gespeeld. Misschien kan ik de komende wedstrijden nog wat afdwingen."